13-08-2014

Fotogedicht uit De Gids, 2005



Dagboek (Père Lachaise)

We dragen de stilte vol goede moed.

Midden op de dag buigen struiken door,


een blijde aanwezigheid van licht stelt

vragen. Proberen gehaast te fluisteren, wij


over het pad, barsten in de aarde, prompt

ook gaten, tot waar schaduw groeit, knerpen


van grind ons omringt. Het waait nog wel,

maar uitgestorven. Daarnet heel even


ogen blonken, een kat tevoorschijn,

open plek. Hoe geruisloos namen slijten,


bomen bewegen boven het stroeve gras.

En ik, donkere glazen in de middag,


onverdroten, in het zwerflicht volop

aan het pralen, niet al te zeer vermoeid.

 frb 

Uit: De Gids, jrg. 168, 2005, pag. 468. Foto: anoniem

Geen opmerkingen: