27-12-2016

Over Ernst Meister (2)


Ton Naaijkens weet de dramatische ontwikkeling – door Ernst Meister in compacte gedichten lyrisch uitgeschreven – in voortreffelijk Nederlands te presenteren met groot gevoel voor de betekenis van woord en klank. Zonder de gedichten ook maar ergens tekort te doen, weet hij de hartstocht en wanhoop die uit deze poëzie spreken trefzuiver te evenaren. Net als destijds bij de vertalingen van Celans gedichten is het deze vertaler gelukt het ritme van Meisters gedichten te bewaren, soms door een accent net iets anders te leggen. De geest van Ernst Meister blijft volledig intact, en dat is in alle opzichten subliem te noemen. Niet alleen de dichter wordt recht gedaan, ook de lezer. ‘Ich reiste Entfernen’, om maar een voorbeeld te noemen, wordt in vertaling – u zag de regels hierboven in deel 1 al – ‘Ik reisde het weggaan’. Poëtischer kan het origineel niet benaderd worden. Of deze oproep van Meister aan het eind van een gedicht: ‘Lies das, und / sag mir – lies!’ die in de vertaling niets van zijn sterkte verliest, integendeel: ‘Lees dit, en / spreek je uit – lees!’ Soms moet je als vertaler wel eens accenten verleggen, juist om het gedicht niet tekort te doen. Zo’n voorbeeld is: ‘Verweile, zerfall / nicht jetzt (...)’ waar Naaijkens komt met de vondst ‘Vertoef hier, val niet uiteen / nu (...).
Of: waar Meister dicht ‘In Grüften des Leibes / ist Sehnsucht genug’ doet de vertaler deze regels alle recht aan met de vondst: ‘In de groeven van het lichaam / steekt volop verlangen.’
Hier is een gerenommeerd en gerespecteerd vertaler aan het werk geweest. Tegelijk ook de wetenschapper die doordrongen is van de kracht van de Duitse poëzie. Die ondermeer Celan en Musil vertaalde, steeds door met de dichter of schrijver in dialoog te treden.



Geen opmerkingen: