31-05-2017

Over Fernando Pessoa (2)






Bij ‘A Brasileira’ heeft Pessoa een vaste plaats aan een tafeltje op het terras. Sinds wat jaren is hij terug in Lissabon, in brons. Toeristen schuiven bij hem aan en laten zich fotograferen. ‘Wie is dat dan, mamma?’ vraagt een Hollandse kleuter. Ze streelt hem op een plek van zijn arm die na de talrijke aaien geel oplicht. ‘Gewoon,’ zegt haar moeder, ‘zomaar een meneer van hier.’ Ze kijkt tussendoor op de plaquette.
‘Pessoa,’ leest ze hardop, ‘Fernando Pessoa heet hij.’
‘Waarom heet hij zo?’ houdt het meisje aan. ‘En wat betekent dat dan?’
En dan, geheel onverwacht, de moeder: ‘Pessoa betekent Persoon en dat betekent weer meneer. Tevreden?’ Dat ik dat niet eerder heb geweten! Maar dan slaat onmiddellijk de twijfel toe. Ze wou het kind alleen maar tevreden stellen, bracht onwillekeurig een woord uit dat toevallig bij haar opkwam.
Diezelfde avond blijkt haar gelijk. De man die als schrijver gebruik maakte van meerdere heteroniemen (naast Pessoa: Caeiro, Campos, Reis, Soares) blijkt volgens zijn paspoort ‘Persona’, oftewel ‘Persoon’, te heten. En dat voor iemand die in 29 dikke schriften en 25.426 originele manuscripten geheel verschillende schrijverspersoonlijkheden, elk met hun eigen individu, wist op te roepen. Vijf  schrijvers, verenigd in één ‘Pessoa’. Een dichter die ‘maskers’ (in het latijn ‘personae’) gebruikt om de eigen identiteit te fragmentariseren!
Fernando Pessoa plaatst zich zo meteen binnen het domein van de moderne Europese poëzie waar Baudelaire mee begon, die bij Mallarmé zelfs leidt tot volledige ontkenning van de eigen identiteit en bij Rimbaud uitmondt in de sensationele briefregel ‘Je est un autre’. Rilke, Benn, Valéry, Pound, Majakovski, Beckett – in dat rijtje hoort hij thuis: het type schrijvers dat zich steeds opnieuw gewaar wordt van het ‘uiteenvallen’ van het Ik en zich daarom bedient van meerdere ‘personae’.

 frb

Uit: Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999




Geen opmerkingen: