19-06-2017

Over Fernando Pessoa (10)




Het is de beleving van droom en werkelijkheid, de uiting van een levensgevoel dat transcendentaal moet zijn, dat hij onder het heteroniem van de dichter Álvaro de Campos zó weergeeft: ‘Of zijn wij allemaal het Ik dat ik hier was of wij hier waren, / Krans van kraal-levens geregen aan een snoer-herinnering, / Krans van dromen over mij van iemand buiten mij?’
Het is zondag twaalf uur, heel Lissabon zal het weten! Op de kleine witte huizen die zich tegen de heuvel van Alfama omhoogkronkelen stort de zon neer, de blinde op het Rossio zakt in zijn eigen schaduw weg, over het water van de Taag spant zich in de trillende verte de rode brug, glinsterende auto’s kruipen als mieren in een spoor naar de overkant. 
Touringcars spuwen luchtig geklede toeristen uit, ik ben met de tram, sta er zo’n beetje tussen, zie wat zij niet zien: een bruid die aan de arm van haar veel te kleine vader zo dadelijk het Mosteiro dos Jerónimos wordt binnengeleid. Ik haast mij naar het voorportaal. ‘Família?’ wordt me gevraagd. Ik wil de architectuur bewonderen, ben al uit de schemer van het laagkoor getreden en sta onverwacht in het heldere licht van de Renaissancekerk onder de sierlijke pilaren. Nogmaals: ‘Família?’ Zonder te blozen zeg ik ‘sim!’, en, zie daar: het middenschip gaat voor me open. 

Een uur later, in de luwte van het claustro, niet ver van een leeuwenfontein in een nis van een van de gangen die om de pandtuin ligt, stuit ik onverwacht op een zuil van roze marmer. Iets onder het midden, op een halfmatte chromen plaat lees ik: Fernando Pessoa 1888-1935. Dat had ik nou niet verwacht! ‘13 Junho 1985’ staat er beneden aan de rand. Vijftig jaar na zijn dood is hij hier herbegraven. Ik sta, zonder er erg in te hebben, op de afdekplaat van zijn graf.


frb

Uit: Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999



Geen opmerkingen: