De appel
Zo onherroepelijk de appel zijn kleur,
zijn vorm afstaat. Het wordt, het is,
weer maanden later, valfruit
bij dezelfde boom vandaan, een appel
eenzaam in de velden van verderf,
dood zuigt zich naar binnen, ontneemt
de tijd zijn schittering. Zonder tegenklank,
zoals de aarde soms, krimpt de appel,
houdt nog even vast aan een zwart,
langzaam tevoorschijn, nauwelijks,
en toch – hij glanst.
frb
Uit: Bestendig verblijf. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2009
Gedicht bij Helene Schjerfbeck, Stilleven met donker wordende appels 1944, olieverf op doek
Over Helene Schjerfbeck: https://nl.wikipedia.org/wiki/Helene_Schjerfbeck
Geen opmerkingen:
Een reactie posten