Grind en gruis met baggers boven water gehaald,
kordaat weggezeefd uit de duisternis, gekamd
als gras, voor- en achterlangs naar het licht gebracht,
gestapeld en verdeeld. Van de ene op de andere dag
zomaar een nieuwe aarde scheppen, speelruimte
voor de rivier die met duizend tongen de nieuwe boorden
van haar stroombed likt, haar water laat kleuren
in een nieuwe en wijde schemering waar de wereld
nooit zo diep en stil zich volzoog met vruchtbaar zaad
van ver gebracht. Niet langer in het voorgeborchte,
het dorre en onvruchtbare, maar reikend naar bloei,
opwaaiende guirlandes van wortel en blad, eindeloze
velden, zacht ruisend, bekleed met opspringend groen.
Ach, als je langs de oevers het baltsen van verliefde
veldleeuweriken eens mocht zien, omlaag, omhoog,
niet langer aarzelend maar elkaar aanwezig makend.
frb
Uit: In de loop van de Maas. Een uitgave van JVE (Jan van Eyckacademie).
Bovenstaand gedicht is er een van twaalf uit een recent gedrukte cyclus op de persen van het Charles Nypels Lab. De gedichten zijn een ode aan de Maas, speciaal aan de Grensmaas die de afgelopen maand centraal stond in de landschapsopera De Grensmaas vertelt.
Meer hierover vindt u beneden op mijn weblog van 11 mei 2016.
Meer hierover vindt u beneden op mijn weblog van 11 mei 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten