18-04-2025

Giacomo Leopardi, 'Het eindeloze'

 

Het eindeloze

Steeds lief was mij deze verlaten heuvel
En deze haag die voor het merendeel
De verre einder aan mijn oog onttrekt.
Maar telkens als ik hier te kijken zit,
Verbeeld ik mij daarachter grenzeloze
Ruimten, en bovenmenselijke stiltes,
En allerdiepste rust, zodat de angst
Haast om mijn hart slaat. En als ik de wind
Hoor ruisen door die struiken, vergelijk ik
Zijn stem met deze eindeloze stilte,
En moet ik denken aan de eeuwigheid,
En aan de dode jaargetijden, en aan
Dit levende en zijn geluid. In deze
Onmetelijkheid verdrinken mijn gedachten:
En zoet is schipbreuk mij in deze zee.

Giacomo Leopardi, Versi (1826)

Uit: De Meesters. Wereldpoëzie van twintig eeuwen. Vertaald, samengesteld en van een nawoord voorzien door Paul Claes. PoëzieCentrum, Gent 2008

Giacomo Leopardi: https://nl.wikipedia.org/wiki/Giacomo_Leopardi

Paul Claes: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Claes

15-04-2025

De eerste alinea

 

 

“Er werd aangebeld. Doña Lucretia deed open en zag, binnen de omlijsting van de deurposten, met op de achtergrond de verwrongen en vergrijsde olijfbomen van El Oliver van San Isidro, het hoofd met de gouden krullen en de blauwe ogen van Fonchito. Alles begon te draaien.”

Uit: Mario Vargas Llosa, Geheime notities van don Rigoberto. Vertaald uit het Spaans door Arie van der Wal. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 1997

Mario Vargas Llosa stierf afgelopen zondag, 13 april 2025, op 89-jarige leeftijd in zijn geboorteland Peru.
 

Arie van der Wal kwam te overlijden op 17 november 2024 in Groningen.

De schrijver: https://nl.wikipedia.org/wiki/Mario_Vargas_Llosa

De vertaler: https://www.boekvertalers.nl/2024/12/30/arie-van-der-wal-1954-2024/

12-04-2025

Gabeba Baderoon, 'Kaneel'

 

 

Kaneel

Ik val buiten
de warme stola
van de geschiedenis.
Ogen gaan over mijn huid
als een enkele vinger.

Ik vind je

open als een tent.
Je bent kaneel
om mij heen gebogen.

 

Gabeba Baderoon

Vertaald uit het Zuid-Afrikaans door Robert Dorsman en opgenomen in Hotel Parnassus. Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International 2006. De Arbeiderspers, Amsterdam | Antwerpen 2006

Gabeba Baderoon: https://en.wikipedia.org/wiki/Gabeba_Baderoon

Rob Dorsman: https://www.writersunlimited.nl/deelnemer/robert-dorsman

08-04-2025

De eerste alinea

 

 

“Waarom zou José Durand Flores, een man uit de intellectuele elite van Peru, hem hebben gebeld? Hij kreeg de boodschap in het kroegje van zijn vriend Collau, waar ook tijdschriften en kranten werden verkocht, en hij had teruggebeld, maar niemand nam op. Collau zei dat zijn dochter Mariquita de telefoon had aangenomen, maar ze was nog een kind en had de cijfers misschien niet goed onthouden, ze zouden nog wel een keer bellen. Op dat moment begonnen de smerige beestjes die Toño naar zijn zeggen al sinds zijn prille jeugd achtervolgden, hem te kwellen.”

Uit: Mario Vargas Llosa, Ik draag mijn stilte op aan jou. Vertaald uit het Spaans door Mariolein Sabarte Belacortu. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2025

Mario Vargas Llosa: https://nl.wikipedia.org/wiki/Mario_Vargas_Llosa

Mariolein Sabarte Belacortu: https://nl.wikipedia.org/wiki/Mariolein_Sabarte_Belacortu

05-04-2025

Beeldende kunst en poëzie

 

 

Slecht bericht

Het onoverkomelijke dat zijn gemoed dooreenschudt,
verdriet waarin hij verdwijnt, dat van zijn schouders
omlaag valt. Hij begint opnieuw te lezen, te zoeken naar

wat wordt uitgelegd. Het begint te suizen in zijn oren,
hij voelt de hartslag als een gong die doorechoot in
de aderen, verwarring sticht in zijn bloed dat wegvlucht

voor de nare tijding die hem beklemt en duizelen doet.
Dat uiteindelijk alles stilvalt, hij verward en ontdaan
terugscharrelt naar huis en weent om woorden in een brief.


 frb

Gedicht bij tekening van Chrit Rousseau. Uit: Thuiskomen.
Chrit Rousseau Frans Budé – Een inspiratie over en weer. Uitgegeven door chritrousseau.com in 2016

Chrit Rousseau: https://stichtingkunstcollectie.nl/kunstenaar/30

01-04-2025

Beeldende kunst

 

 

“Ze waren goed bevriend, de Amerikaanse kunstschilder Beauford Delaney en zijn literaire kompaan James Baldwin. Beiden een grootheid in hun vak ook, tenminste, in hun latere leven, in Parijs. ‘Beauford was voor mij het eerste bewijs op twee benen dat een zwarte man kunstenaar kon worden’, zou Baldwin zeggen over zijn vriend. Zo was de realiteit in het grootste deel van de 20ste eeuw: zwarte beeldend kunstenaars waren zeldzaam in de westerse wereld, en nauwelijks zichtbaar. Beauford Delaney (1901-1979) schilderde meerdere portretten van Baldwin, waarvan er nu enkele zijn te zien op Paris Noir 1950-2000 in het Centre Pompidou in Parijs. Die omvangrijke tentoonstelling toont 350 werken van 150 beeldend kunstenaars met een (verre) Afrikaanse achtergrond die tussen 1950 en 2000 in Parijs werkten. Op aandringen van Baldwin, die in 1948 in Franse hoofdstad was gaan wonen, kwam Delaney in 1953 over uit New York. Een opmerkelijke stap voor een beeldend kunstenaar: het zwaartepunt van de kunstwereld bewoog na de Tweede Wereldoorlog juist de andere kant op, van Parijs naar New York. Maar de verhuizing was voor zowel de schrijver als de schilder een pijnlijke noodzaak: ze waren zwart, arm en homoseksueel, en hadden zwaar te lijden van de snoeiharde segregatie en de homofobie in de VS.”
 

Fragment uit het artikel 'Stad met kleur' (de Volkskrant, 31 maart 2025) van Nell Westerlaken over ‘Paris Noir’, een groot overzicht van zwarte kunstenaars die tussen 1950 en 2000 in Parijs werkten. Tot en met 30 juni 2025 in het Centre Pompidou.
 

Afb.: Beauford Delaney: James Baldwin (1945-1950).
 

Nell Westerlaken: https://www.singeluitgeverijen.nl/auteur/nell-westerlaken/

Beauford Delaney: https://en.wikipedia.org/wiki/Beauford_Delaney

James Baldwin: https://nl.wikipedia.org/wiki/James_Baldwin

29-03-2025

Aldus de schrijver

 

“Misschien lag hij half te dommelen, maar ineens schrok hij op. Hij zat al overeind met het jachtgeweer dichtgeklapt, omhooggezwaaid en op de geopende deur gericht, terwijl zijn zintuigen er toen pas achteraankwamen.

Er betoogt niets.

Hij gleed van het bed af en sloop de slaapkamer uit met het geweer in de aanslag. De jas was gevallen, de vloertrekker op de grond gekletterd.

Hij knipte de tafellamp uit en ging op het langwerpige kussen in de woonkamer liggen. Toen klapte hij het jachtgeweer weer open.”


Uit: Cynan Jones, Alles wat ik vond op het strand. Uit het Engels vertaald door Manon Smits. Uitgeverij Koppernik, Amsterdam 2023


Over Cynan Jones: https://en.wikipedia.org/wiki/Cynan_Jones

Manon Smits: http://www.manonsmits.info/manon-smits-2/


25-03-2025

Patrizia Gattaceca, 'Inkt'

 

 

Inkt

Inkt is ons bloed
Droom reis of teken
Druppel tot regendruppel
Water voor mijn land
Donker zeegedruis
Rijst het oude verwijt
Brult het oude monster
Vanaf de eerste nacht
In ketens
Zinloze toekomst
Krachtiger klinkt de echo
Van de stilte tot de bergkam
Waar de hoop waart en
De inkt wegvloeit
In kringen…


Patrizia Gattaceca

Vertaald uit het Frans door Katelijne De Vuyst en opgenomen in Hotel Parnassus. Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International 2002. De Arbeiderspers, Amsterdam | Antwerpen 2002

Patrizia Gattaceca: https://fr.wikipedia.org/wiki/Patrizia_Gattaceca

Katelijne De Vuyst: https://nl.wikipedia.org/wiki/Katelijne_De_Vuyst

22-03-2025

Aldus de schrijver

 

 

“Ik zat alleen in mijn huis in Maryland, in de kleinsteedse kalmte, met benauwende wegen begrensd door bomen die zelf leken geluwd door de stilte. Er reden geen auto’s. Ik keek naar buiten en zag een kudde herten voorbijschrijden over het veld dat mijn voortuin was. Een stuk of tien herten, misschien wel vijftien, heel wat anders dan de eenling die ik af en toe schichtig in het gras zag grazen. Ik werd bang van ze, van hun ongebruikelijke bravoure, alsof mijn wereld op het punt stond te worden overgenomen, niet alleen door herten maar door andere wezens die op de loer lagen en waarvan ik me geen voorstelling kon maken. Soms at ik nauwelijks en kuierde ik naar mijn voorraadkast om op wat crackers te knagen en op andere momenten haalde ik vergeten zakken diepvriesgroente tevoorschijn en maakte ik pittige boontjes die me deden denken aan mijn jeugd. De vormeloze dagen vloeiden in elkaar over en voor mijn gevoel keerde de tijd zich naar binnen.”

Uit: Chimamanda Ngozi Adichie, Dream Count. Vertaald uit het Engels door Adiëlle Westercappel. De Bezige Bij, Amsterdam 2025

Chimamanda Ngozi Adichie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Chimamanda_Ngozi_Adichie

Adiëlle Westercapel: https://www.literairvertalen.org/vertalersbestand/adielle-westercappel

18-03-2025

Stefan George, 'Ik ben de ene'

 

Ik ben de ene

 

Ik ben de zaaier ben de schoot


Ik ben de degen en de schede

Ik ben het offer ben de stoot


Ik ben het zicht en ben de ziener

Ik ben de boog en ben de bout

Ik ben het altaar en ben de dienaar

Ik ben het vuur en ben het hout

Ik ben de rijke ben de schrale

Ik ben het teken ik ben de zin

Ik ben de schaduw ben het stralen

Ik ben een eind en een begin.

 

Stefan George, Der Stern des Bundes (1913). 

Uit: De Meesters. Wereldpoëzie van twintig eeuwen. Vertaald, samengesteld en van een nawoord voorzien door Paul Claes. PoëzieCentrum, Gent 2008

 

Stefan George: https://nl.wikipedia.org/wiki/Stefan_George

Paul Claes: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Claes

 

 


15-03-2025

Aldus de schrijver

 

“In de zaal waar ik wakker werd stonden zesentwintig bedden, twee rijen van twaalf waren zo tegen de tegenover elkaar liggende muren aan geschoven dat er op het aldus ontstane middenpad nóg twee konden staan. Die twee bedden waren tot op anderhalve meter hoogte getralied. Toen ik wakker werd in de ziekenzaal, kon ik echter maar twee feiten constateren: dat ik in een bed bij het raam en onder een spierwit gewelf was neergelegd. Op dat gewelf, of in elk geval op het deel van het gewelf boven mij, was mijn blik gedurende de eerste uren na mijn bewusteloosheid gevestigd. Overal in de zaal kon ik de stemmen van oude mannen horen die ik niet kon zien, omdat ik te zwak was om zelfs maar mijn hoofd te bewegen.”


Uit: Thomas Bernhard, De adem. Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk 2021.

Uit het Duits vertaald door Ria van Hengel.


Thomas Bernhard

https://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_Bernhard


Ria van Hengel

https://nl.wikipedia.org/wiki/Ria_van_Hengel


11-03-2025

Willy Gorissen, 'Apostelhoeve'

 

 

Het wellen van de kleuren – warm en intens beweegt
het uitzicht voor zijn ogen, voordat astrant de avond
aantreedt, pas tegen het ochtendgezang weer vertrekt.
Soms wil hij een berg uithoren, elke ruis verlegt zijn blik,

en opnieuw ligt het landschap aan zijn voeten. Hij heeft
zijn eigen kleurenrijkdom, kietelt de zon of wiegt haar
in slaap, terwijl de wind intussen fluistert, bloemen
van gedaante doet veranderen, velden speels laat golven,

geeft hij zich onvoorwaardelijk over aan de nuchterheid
van het plateau, de grilligheid van heuvelrug en bergkam.
En koestert het licht dat hen bedekt. O waaier van
verbeelding en verlangen, waaier van lucht en leven.

 frb
 

Gedicht bij ‘Apostelhoeve’ van Willy Gorissen (1915-2006)
Over de kunstenaar: https://nl.wikipedia.org/wiki/Willy_Gorissen

08-03-2025

Aldus de schrijver

 

 

“Miss April, we hebben elkaar voor het laatst gezien toen ik u vergezelde naar metrostation Florenc waar u de ondergrondse zou nemen en ik u een ringetje gaf met een robijnen oogje… en daarna onze laatste handdruk en laatste blik, waarna de metro met u erin door de tunnel werd opgeslorpt… Miss April, u bent en zult hier altijd aanwezig zijn, zoals in De Gouden Tijger toen we samen bier dronken en ons lieten fotograferen met een opengeslagen boek van Ladislav Klíma, u hebt me die ingelijste foto per post vanuit die Veredelde Staten van u toegestuurd, trouwens, wanneer ik die foto’s die Zuzana1 me gaf, stuk voor stuk bekijk… die zijn zo levensecht, dat ik ze ook in mijn universiteitsrugzakje bij me draag, ik kijk vaak naar u, in de autobus, in de metro, die foto’s zeggen me evenveel als wanneer u naast me zou zitten… U bent hier aanwezig, ook al zou u sterven, want voor mij kunt u nooit doodgaan, we horen bij elkaar als twee met boter besmeerde boterhammen, want, miss April, in De Gouden Tijger gebeuren dingen die bewijzen dat vriendschap en liefde niet door de dood worden beëindigd… Daar bij het raam, achter een kamerscherm, direct waar de tapkast afbuigt, daar zitten in De Gouden Tijger jonge kerels, schilders, grafici, afgestudeerden van academies en grafische scholen, zij die de kost verdienen met design en reclames…”

Uit: Bohumil Hrabal, Een driebenig paard. Vertaling uit het Tsjechisch door Uitgeverij Prometheus (Amsterdam, 2014) en Kees Mercks.
 

Bohumil Hrabal: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bohumil_Hrabal

Kees Mercks: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kees_Mercks

 

04-03-2025

Ana Paula Tavares, 'Bouw mij het huis'

 

Bouw mij het huis
Met leem vanbinnen
Vlecht de rieten stengels

Waker over de wegen
Hoeder van het vuur

Zet hier een stam vast
En een andere daar
Bereid het kostbare mengsel van de modders
En zoek precies de juiste plantenvezel

Bouw mij het huis met leem vanbinnen

Waker over de wegen
Hoeder van het vuur


Ana Paula Tavares

Uit: Hotel Parnassus. Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International 2006. De Arbeiderspers, Amsterdam | Antwerpen 2006
Vertaald uit het Portugees door August Willemsen.

Ana Paula Tavares: https://en.wikipedia.org/wiki/Ana_Paula_Ribeiro_Tavares

August Willemsen: https://nl.wikipedia.org/wiki/August_Willemsen
 

01-03-2025

Aldus de schrijver

 

 

“Ik heb je dit verhaal al verteld, maar ik zal het nog een keer vertellen. Toen ik klein was en mijn moeder bij de paarden werkte, speelde ik de hele dag dat ik een paard was. Ik at haver met stroop uit de voederbak. Ik dronk uit de watertroggen. Wanneer ik rende galoppeerde ik. Ik zocht aan de rand van het bos twee stokken van de juiste lengte en hield ze in mijn handen als voorbenen. De stokken hielpen me om mezelf als een paard te zien, te voelen. Het is mijn menselijke vorm die me in staat stelt mezelf als een mens te zien, te voelen. Zonder de arm is dat veel moeilijker. Als jij hier was zou je me vertellen dat je hoe dan ook verliefd op me zou zijn geworden toen we elkaar ontmoetten. Zelfs als ik een paard was, zou je zeggen. Zelfs nu, zou je zeggen. Zelfs nu zou je verliefd op me worden.” 

Uit: Anne de Marcken, Het duurt voort en dan is het voorbij. Vertaald uit het Engels door Karina van Santen en Martine Vosmaer. Uitgeverij Koppernik, Amsterdam 2025

Anne de Marcken: https://www.koppernik.nl/auteurs/anne-de-marcken/

Karina van Santen en Martine Vosmaerhttps://www.koppernik.nl/vertalers/karina-van-santen-en-martine-vosmaer/

 

25-02-2025

Paul Verlaine, 'De faun'

 

 

De faun

Een oude stenen faun staat grijnzend
In het midden van het grastapijt,
En kent beslist al het vileine
Vervolg der onaandoenlijkheid

Die mij geleidde, jou geleidde,
Treurige pelgrims als we zijn,
Tot aan dit uur, dat gaat verglijden
Dwarrelend op de tamboerijn.


Uit: Paul Verlaine, Galante feesten.Vertaald uit het Frans door Arjaan van Nimwegen. Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam 1996

Paul Verlaine: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Verlaine

Arjaan van Nimwegenhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Arjaan_van_Nimwegen

Het portret van Verlaine is van Gustave Courbet https://nl.wikipedia.org/wiki/Gustave_Courbet

 

22-02-2025

De eerste alinea

 

 

“Op een dag, ik was al oud, kwam er in de hal van een openbare gelegenheid een man naar me toe. Hij stelde zich voor en zei: ‘Ik ken u al heel lang. Iedereen zegt dat u mooi was toen u jong was, ik wil u zeggen dat ik u nu mooier vind dan toen, liever dan het gezicht dat u als jonge vrouw had, zie ik uw gezicht van nu, verwoest.’”

Uit: Marguerite Duras, De minnaar. Vertaald uit het Frans door Kiki Coumans. Uitgeverij De Geus, Amsterdam 2023

Marguerite Duras: https://nl.wikipedia.org/wiki/Marguerite_Duras

Kiki Coumans: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kiki_Coumans

 

19-02-2025

Aldus de schrijver

 

 

“De trein naderde South Kensington en David stond op om uit te stappen. Hij zag Emma voor zich en het gemis trof hem als een onverwachte dreun. Het was raar, hij had haar ’s ochtends nog gezien en zou haar over een paar uur weer zien. Hij was gewend om een dag of wat van huis te zijn. Zijn werk bracht met zich mee dat hij veel op reis was en hij was meerdere malen per jaar in Londen. Toen hij zich aankleedde, sliep ze nog. Als ze de kans kreeg, kon Emma eindeloos lang slapen. De jaren met een dochter in huis waren een onnatuurlijke onderbreking van haar oude gewoonte om tot ver in de morgen te slapen en zodra Zoë oud genoeg was om zelfstandig op te staan, had ze die gewoonte hervat.
David had even bij haar voeteneind gestaan om naar de slapende Emma te kijken, haar warme gezicht in een waaier van warrig haar. Haar wenkbrauwen en oogleden trilden een beetje alsof er iets dreigde of haar tegenstond. Ze beweerde altijd dat ze zich haar dromen niet herinnerde. Hij wilde haar kussen, maar onderdrukte die aandrang, wel wetend dat ze op dat moment van de dag onontvankelijk zou blijken voor zijn aanval van sentimentaliteit. Nu hij in de dicht opeengepakte ondergrondse zat, was ze opeens heel ver weg. Ze was de laatste tijd in zo’n periode die bij hem zijn oude angst deed oplaaien dat ze van hem weggleed.”

Uit: Jens Christian GrøndahlDat weet je niet. Vertaald uit het Deens door Annelies van Hees. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2010

Jens Christian Grøndahl: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jens_Christian_Grøndahl

Annelies van Hees: http://nl.schwob-books.eu/translator/49/annelies-van-hees

15-02-2025

Gerður Kristný, 'Het noorden'

 

Het noorden

Even langzaam als een potvis
glijden we door de donkere storm
die wit is
hier op de heide

Het duister is vastberaden
en geeft slechts
stukje bij beetje mee

Heel even vonkt het
in de berm
net als de zwavelstokjes
uit het sprookje
en het verlicht ons
totdat we weer bovenkomen
in het wak
om uit te blazen

Gerður Kristný
 

Het gedicht is door Roald van Elswijk vertaald uit het IJslands en opgenomen in Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International 2008. De Arbeiderspers, Amsterdam 2008
Gerður Kristný: https://en.wikipedia.org/wiki/Gerður_Kristný

Roald van Elswijkhttps://nl.wikisage.org/wiki/Roald_van_Elswijk

11-02-2025

Aldus de schrijver

 

 

“Ik liet mezelf op de vloer vallen en rende naar de zon en de lucht met de dikke rook als een staart achter mijn kont. Ik rende over het erf naar de boerderij om hulp te halen maar toen ontdekte ik dat adam niet meekwam en rende terug. Riep naar hem. In een opening tussen vuur en rook zag ik zijn arm die over de rand van de hooizolder hing.
De man zweeg en verzamelde moed. Rommelde wat op de aanrecht. Veegde koffiekorrels met een vaatdoekje op en trok zijn dikke krullende zwarte haar opzij. Keek me aan en legde het uit.
Waarschijnlijk had de rook hem overmand. Ik verplaatste de trap hield mijn adem in en klom zo snel als ik kon naar boven. Kreeg zijn arm te pakken en probeerde zijn lichaam omlaag te trekken maar hij was zwaar en ik te zwak.
Zo was het. Ik was te zwak om mijn broer te redden. Voelde niet eens hoe het vuur mijn haar in brand zette. Ik voelde alleen adams zachte huid op zijn al dode onderarm.”

Uit: Karin Smirnoff, Mijn broer. Vertaald uit het Zweeds door Bart Kraamer. Querido, Amsterdam 2021

Karin Smirnoffhttps://www.singeluitgeverijen.nl/auteur/karin-smirnoff/

Bart Kraamer: https://www.koppernik.nl/project/bart-kraamer/