09-11-2007

Het graf van Broodthaers


'Er is een grafsteen waar op de staande achterzijde de persoonlijke, ‘mytholo- gische’ beelden van de overledene zijn aan- gebracht. Als in een allegorie staan klok en bliksemstraal, schildpad, pijp, fles, palmboom, eier- en mosselschaal bij elkaar. De onderste figuren zijn in de kalksteen gekrast, op de halfronde bovenkant staan
afbeeldingen in hoogreliëf. De aangebrachte breuklijn loopt halverwege.
Ik ben in Brussel op het kerkhof van Saint Gilles in de deelgemeente Ixelles (Elsene) bij het graf van Marcel Broodthaers. 28 janvier 1924 – 28 janvier 1976. O Mélancolie aigre château des aigles lees ik aan de voorzijde van het graf: 'O allesdoordringende melancholie, burcht van de adelaars'. Het was de leidende gedachte van de kunstenaar tot aan zijn dood in 1976.
‘Houdt u van afbeeldingen van schepen of van schepen, of misschien van beide?’ werd hem ooit gevraagd.
‘Van allebei.’
Ik laat mijn ogen over de grafsteen gaan, maar een scheepje zie ik niet. Wel een papegaai. Het zal die uit het gedicht ‘Le perroquet’ (de papegaai) zijn: ‘Déjà il crie d’un autre monde. (...) Il va passer.’ (Hij roept al vanuit een andere wereld. (...) Dadelijk sterft hij).
Ooit zag ik Broodthaers’ film ‘Une seconde d’éternité’ (Een seconde eeuwigheid, 1968). Een seconde lang, maar telkens opnieuw in één doorlopende lus, worden in handschrift de initialen M.B. geprojecteerd. Niet meer en niet minder. Nooit heeft een film mij intenser doordrongen van het begrip tijd.
In één tel flitst in een signatuur het leven van de mens voorbij. Punt. Uit.'


Uit: Frans Budé, Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999.


Geen opmerkingen: