
In Septentrion (Arts, Lettres en Culture de Flandre et des Pays-Bas) in de rubriek Le dernier Cru. Poèmes choisis par Jozef Deleu het gedicht Boer en tuinierster in een vertaling van Frans De Haes. Samen met Jan-Willem Anker, Roland Jooris, Rutger Kopland, Sylvie Marie en Leonard Nolens.
Boer en tuinierster
De zomer heeft een lange adem, schuift
van hoek naar hoek, balancerend
vanaf het dagbegin. Aan tafel ontdekken wij
onszelf, laven ons op stoelen aan het licht.
Nog is het hout niet dood, verkent men de tuin,
het pad dat tot plukken noodt – zo zomert
de bevallige tuinierster op het middaguur.
Het tafelblad ruikt naar aarde, het tuingerei
bedachtzaam neergelegd. Van wellust niet vrij
de boer die aangeschoven, hij schikt zijn droom.
Schoonheid kwelt en kleeft aan blad en tak,
tussentijds de hand die schikt en vlecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten