13-04-2011
Gedicht over oehoe
Ook dit voorjaar is via een webcam een oehoe-paar en zijn jongen weer te volgen. Het nest bevindt zich in een mergelgroeve aan de rand van Maastricht.
Mergelgroeve
Waar nu een oehoe in vrijheid broedt, knipperend
met zijn ogen tegen het licht dat rijkelijk spoelt
over witgele richels en kloven, klopte ooit
in versteende hartkamers de lang verjaarde voortijd.
De zee is toegedekt, verstild tot hoge mergelwand.
We schuiven door gangen van de berg het duister in,
stapvoets, als op stelten, langs brokken, karrenvrachten vol.
Eenmaal buiten: de Grote Uil, nauwelijks in zicht duikt hij
gulzig omlaag, herinnert zich het vrijpostige konijn
in het natte onderhout, tilt hem op, de argeloze,
boven aloude velden een nieuwe verte in, klapwiekend
onder het gewicht van een bleke, scheefgezakte maan.
frb
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten