Voor G. de Chirico
Ik heb een huis midden in de oceaan gebouwd
Zijn vensters zijn de stromen die uit mijn ogen vloeien
Overal waar vestingmuren staan krioelen inktvissen
Hoor hun drievoudig hart slaan en hun snuit kloppen tegen de ruiten
Vochtig huis
Vurig huis
Vluchtig seizoen
Seizoen dat zingt
De vliegtuigen leggen eieren
Seizoen dat zingt
De vliegtuigen leggen eieren
Let op men gaat het anker uitwerpen
Pas op voor de inkt die men gooit
Wat zou het mooi zijn als jullie uit de hemel kwamen
De hemelkamperfoelie klimt
De aardinktvissen trillen
We zijn trouwens al lang op weg onze eigen grafdelver te zijn
Bleke inktvissen uit de krijtgolven o inktvissen met jullie bleke snuit
Rondom het huis is er de oceaan die je kent
En die zich nooit neerlegt
Vertaling: frb
Uit: Het perfecte licht, Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten