25-12-2016

Over Ernst Meister (1)


Welke van de twintig dichtbundels die de Duitse dichter Ernst Meister (1911-1979) schreef, is zijn meest spraakzame? Zelf ga ik voor Es kam die Nachricht (1970) die in 2013 in een vertaling van Ton Naaijkens en een selectie uit Meisters beeldend werk bij AFdH uitgevers verscheen onder de titel Alle schepen kenteren. Naaijkens spreekt over ‘een mijlpaal in de Duitse poëzie’. En terecht. 
Zelden las ik een bundel die zo lang nawerkt, in het Nederlands is het al niet anders. Door de intensiteit van de emotie, de constante vraag, de eeuwige twijfel, door het grote gevoel van betrokkenheid, door een alles omvattende liefde die tegelijk samenvalt met het afscheid van de geliefde waardoor de dichter zich geconfronteerd ziet met een leegte. Leegte als het meest schrijnende leed. Zoals de dichter het zelf verwoordt in deze prachtige regels: ‘Ik reisde het weggaan, / het verlangen reisde ik, / aan mijn lippen nog een glimp / van de verlaten mond.’
Eigenlijk zou deze bundel uit 1970 Gedichte für G. gaan heten, dat had Ernst Meister zo gedacht. Sommige gedichten verschenen eerder in het jaarboek Jahresring onder de titel ‘Liebesgedichte’.
De afkorting G. stond voor Gabriele Wohmann, een schrijfster, 21 jaar jonger dan Meister, die hij in 1968 in het Belgische Knokke leerde kennen. Hij wordt stapelverliefd op haar, de twee gaan een relatie aan die uiteindelijk schippert. Tegen het eind van de bundel lezen we: “Op ‘t laatst zegt / van de twee / de ene nog: / ik heb je ingeleefd / in de verlatenheid. / Op ‘t eind zegt van de twee / de andere nog: / zie, al het nabije / is zo ver, zo ver”.


Geen opmerkingen: