Tot aan zijn vroege dood werd Georg Trakl door angsten overvallen. In 1923 schreef Marsman hierover in De Gids: 'Langzaam en gestadig sterker beslopen hem de duistere angsten, die in hem sliepen, en zo overmanden hem de visioenen van angst en ontzetting die hem uit een gezicht, uit een bloem, onverhoeds en altijd konden bespringen.'
Trakls ervaringen in de kinderjaren, de verslaving aan drugs en alcohol die al in zijn gymnasiumjaren begon, de innige relatie die hij met zijn vier jaar jongere zus Grete onderhield – niet uit te sluiten is dat de twee een incestueuze verhouding hadden – krijgen al snel een tragische geladenheid tegen de achtergrond van de op handen zijnde ondergang van de Donaumonarchie. Dat zijn de biografische gegevens die Trakls poëzie wat toegankelijker maken.
(wordt vervolgd)
Uit: Frans Budé, Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten