11-12-2019

Aldus de schrijver (30)



"Het is nacht, de maan staat helder aan de hemel en verwijdert zich van de boot, buigt links naar de weilanden. De oude rossige boot, met een witte band om de schoorsteenpijp, baant zich kalmpjes, met onregelmatige slagen van de sloepen, een weg door het zilverige water. De donkere oevers lijken de boot langzaamaan te naderen door de op het water afgeworpen schaduwen, waarboven zich met een rood schijnsel de vensters van de boerenhutten aftekenen. In het dorp zingen meisjes bij een rondedans het refrein 'ai-ljoelí', dat klinkt als halleluja."
(...)
"Er heerst een doodse stilte op de aak, die goed zichtbaar is in het volle maanlicht; achter het zwarte gaas tekenen zich vage, ronde vlekken af: de gevangenen die naar de Wolga staren. Het water slaat tegen de boot met een geluid tussen een zacht lachen en een snik in."


Uit Maxim Gorki, Jeugdherinneringen. Vertaald uit het Russisch door Peter Charles.
Uitgeverij De Arbeiderspers (serie Privé-domein), Amsterdam-Antwerpen 2013



Geen opmerkingen: