24-01-2020

Aldus de schrijver (43)


"Veertien of vijftien was ik toen de geschiedenisleraar mijn klas meenam naar het Van Abbemuseum omdat hij vond dat we op z'n minst een idee moesten krijgen van hoe het er in de moderne kunst, die van onze eigen tijd, aan toeging. Maar misschien heb ik dat later bedacht. Een feit blijft dat ik daar, in dat stille museum bij lichtgrijs licht, voor het eerst een beetje begon te begrijpen dat het in de kunst ook anders kon dan het altijd gegaan was. Dat een schilderij, voordat het er was, eerst gemaakt moest worden, wist ik van een schilderende oom – een amateur die mij eerder ook geholpen had met mijn eerste verfdoos. Dat was een essentieel inzicht, over het maken maar vooral over het steeds opnieuw beginnen op een wit, leeg stuk linnen. Voor de meerderheid in mijn omgeving, merkte ik, waren schilderijen er gewoon. Met die kalme vanzelfsprekendheid hingen ze bijvoorbeeld in het Rijksmuseum. Mooie schilderijen waren dat ook, waarin de voorstelling op orde was: eerst een voorgrond met de hoofdzaken en dan, wat bescheidener, de achtergrond. Die schilderijen waren ordentelijk tot voltooiing en tot rust gekomen. Allerlei artistieke onrust hadden ze achter zich gelaten.
Om een of andere reden werd ik in het museum vooral getroffen door L'orage au jardin, 1952, van Jean Bazaine. Eigenlijk was het een bescheiden zachtmoedig werk terwijl er in die jaren, 1956-57, toch veel rumoeriger schilderijen te zien waren, agressief kleurrijk ook, van bijvoorbeeld Karel Appel. Vergeet niet dat er in de musea nog niets van die Amerikaanse kunst te zien was (Pollock, De Kooning) waardoor wij een paar jaar later aangenaam zouden worden overrompeld. Naast de letterlijk fysieke overmacht van die schilderijen uit New York lijkt het doek van Bazaine nu een teer miniatuur. Dat komt zeker ook door de voorzichtig voelende en aarzelend formulerende schilderwijze waarmee de schilder het motief tevoorschijn heeft geroepen en vorm gegeven heeft. De penseeltoets is zacht en vlekkerig, zeker niet kordaat. Maar die behoedzaamheid, die overal in de opbouw van de abstracte compositie voelbaar is, zullen de ogen van toen nauwelijks zo zijn opgevallen.
L'orage au jardin was gewoon een perfect en begrijpelijk voorbeeld van een versie van lyrische abstractie die in dat schilderij tot volle wasdom was gekomen. Misschien zat er in het hoofd van Bazaine, toen hij begon, een diffuse herinnering aan verwarde, geknakte druipende bloemen na een zomers onweer en was het dat beeld dat als een soort melodie zijn schilderen begeleidde."


Uit: Rudi FuchsKijken. Een leesboek over kunst. Uitgeverij Ludion, Brussel 2011

Geen opmerkingen: