16-02-2020

Aldus de schrijver (45)


Aan Emilie Fontane
                                                                                  Berlijn, 25 januari 1859

"Mijn lieve, goede vrouw,

Men wordt nu toch tot de oudjes gerekend, men wordt sentimenteel, weemoedig en houdt zich bezig met vrouw en kinderen. Misschien is het niet zo erg, misschien heeft men slechts een onpasselijkheid en allerlei nerveuze indigestie onder de leden, en omdat er niemand is die een warme kruik in bed legt, sweet spirit of nitre toedient en pruimedanten kookt, kankert men op het ongemak van het heden en wordt men sentimenteel.
Ik voel me hier toch een beetje vreemd, maar dat is mijn schuld, niet de schuld van de mensen. Ze zijn eigenlijk allemaal vriendelijk, tegemoetkomend en onveranderd, en wanneer ik me daarbij toch niet helemaal lekker voel, dan ligt dat waarschijnlijk aan het feit dat mijn lichaam toch niet helemaal opgewassen is tegen al deze inspanningen. En wat heb je aan de liefde van de hele mensheid als je kiespijn hebt of migraine?"

Uit: Theodor Fontane, Brieven. Uit het Duits vertaald door Tinke Davids. Uitgeverij De Arbeiderspers (reeks privé-domein), Amsterdam 1991


Geen opmerkingen: