13-04-2021

Aldus de schrijver (104)

 

“Bij het geluid van een auto die plotseling buiten door de straat scheurt, doe ik mijn ogen open. Uitgestrekt op mijn rug op een vreemd bed staar ik omhoog naar scheuren in een vreemd plafond: een gipsen rozet, vochtplekken als een iets donkerder schaduw in het wit. Ik heb de deur open laten staan en voel dat de stoffige, droge lucht in beweging is. Ik ga rechtop zitten en dein een beetje op en neer op de ongekend zachte matras. Een spinnenweb in de hoek van het plafond beeft even in de tocht, nauwelijks zichtbaar in het zwakke schijnsel van de bureaulamp. Hier zijn zelfs de spinnenwebben oud en dood. Maar voor die prijs kun je ook niet anders verwachten. En zó erg is het toch niet? Een vlekkerige vloerbedekking, een vuil raam met aan de buitenkant een laag uitlaatgassen en stof van het asfalt van jaren, vet van honderden handen zichtbaar als verkleuring rond de deurklink. Maar het bevalt me, en op een of andere manier vind ik het passen.”

Uit: Karl Ove Knausgård, Buiten de wereld. Vertaald uit het Noors door Marianne Molenaar. Uitgeverij De Geus, Amsterdam 2020

Over Knausgård: https://nl.wikipedia.org/wiki/Karl_Ove_Knausgård

Geen opmerkingen: