Aan Caroline Aupick
[Bordeaux,] 16 februari [1842]
"Lief mamaatje, over twee of drie dagen zal ik je in mijn armen sluiten. – Ik heb twee nare overtochten gehad – maar aangezien we nog samen zullen kunnen praten en lachen, is Onze-Lieve-Heer zo slecht nog niet.
Monsieur Zédé vertelde me dat je erg ongerust was en dat je je zo'n lange reis niet kon voorstellen – maar ik ben pas op 4 november, de dag van ons feest, van Bourbon vertrokken. – Ik heb geen enkele brief uit Parijs gezien – niet in Port-Louis, niet in Saint-Denis – zelfs niet in Bordeaux. –
Men vertelt me hier dat het beter met je gaat nu je je geen zorgen meer maakt. Gelukkig maar. – Op zee dacht ik aan niets anders dan aan jouw arme, dierbare gezondheid. –
Nu kun je weer gerust zijn. – Rijtuigen verdwalen minder makkelijk dan schepen.
C. Baudelaire
Ik omhels je van verre in afwachting van betere tijden."
Uit: Charles Baudelaire, Mijn hoofd is een zieke vulkaan. Brieven
Gekozen, vertaald uit het Frans, ingeleid en geannoteerd door Kiki Coumans. Uitgeverij De Arbeiderspers (reeks privé-domein), Amsterdam–Antwerpen, 2021
Over Charles Baudelaire: https://nl.wikipedia.org/wiki/Charles_Baudelaire
Over Kiki Coumans: https://www.kikicoumans.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten