Van pure warmte heb ik het koud
Van pure warmte heb ik het koud,
zuster Afgunst!
Leeuwen likken mijn schaduw
en de muis knaagt aan mijn naam,
moeder ziel van mij!
Naar de rand van de diepte ga ik,
zwager Ondeugd!
De rups tokkelt op zijn stem,
en de stem tokkelt op haar rups,
vader lijf van mij!
Mijn liefde staat voorop,
kleindochter Duif!
Op de knieën, mijn ontzetting
en het hoofd voorover, mijn angst!
moeder ziel van mij!
Totdat op een dag zonder twee,
vrouwe Graf,
mijn laatste ijzer klinkt
als een adder die slaapt,
vader lijf van mij…!
29 sept. 1937
Uit: Bloemlezing uit de poëzie van nu. César Vallejo. Samengesteld en vertaald door Bart Vonck. Poëziecentrum, Gent 1995
Over César Vallejo: https://nl.wikipedia.org/wiki/César_Vallejo
Over Bart Vonck: https://schrijversgewijs.be/schrijvers/vonck-bart/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten