Toen ik begon te schrijven
Toen ik begon te schrijven woonde ik in een dorp
met vuilwit zonlicht in mijn mond. Alom vrede.
Ik trapte naar de zon en wist niet hoe te leven.
Toen ik begon te schrijven stond het al geschreven
dat ik naar Amsterdam zou komen. Heisa, heisa,
ik leefde en ik schreef. Geen regel bleef.
Als zoon van een verziekte generatie sneed
ik sierlijk in mijn vlees. Ja, ik had liefgehad,
ik dronk wat, reisde wat — nog had ik niks beleefd.
Ik geselde mijn geest, zocht het bij Proust en Yeats,
verloor me in muziek en viel toen stil. — Later,
veel later. De dood stond aan mijn autodeur te rukken
en ik schrok weerloos wakker in een witte zaal.
Toen schopte ik de Schoonheid van mijn schoot
en kwam ik grimmig zingend op verhaal.
Uit: Menno Wigman, Slordig met geluk. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2016
Over Menno Wigman: https://nl.wikipedia.org/wiki/Menno_Wigman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten