04-11-2019

'Thuis bij James Ensor'



De een is de ander niet, opgedoft, glorieus, verleidelijk
of afschuwwekkend in hun grijns, jij, te midden
van maskers heb je met een rode bloemenhoed getooid,
een veer voor het cachet, afgewend van de hijgende,

vunzige adem van dodenmaskers, achterste rij vooraan.
Je speelt het spel mee, keert je naar het feest der zotten
die op breekbare benen, zwaar in lange rijen dansen,

kletsen en krioelen, niet meer wetend wie ze zijn.


 frb

James Ensor, ‘Zelfportret omringd door maskers’, 1899

Gedicht eerder opgenomen in mijn dichtbundel Achter het verdwijnpunt. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2015


Geen opmerkingen: