23-02-2020
De eerste alinea (96)
"We hebben mijn moeder begraven met al haar spullen: de blauwe jurk, de zwarte schoenen zonder hak en de multifocale bril. Op een andere manier konden we geen afscheid van haar nemen. We konden die kledingstukken onmogelijk los van haar zien. Dan was het geweest of wij haar onvolledig teruggaven aan de aarde. We begroeven alles, omdat er na haar dood niets meer voor ons overbleef. We hadden elkaar niet eens meer. Zij in haar houten kist; ik in een stoel zonder armleuningen in de vervallen rouwkapel, de enige die beschikbaar was van de vijf of zes die ik had bezocht om de dodenwake te houden en die ik maar voor drie uur kon afhuren. Wat de stad vooral had waren ovens. Mensen werden er in- en uitgeschoven als de schaars geworden broden bij de bakker en dwarrelden met de herinnering aan de honger zwaar neer op ons geheugen."
Uit: Karina Sainz Borgo, Nacht in Caracas. Vertaald uit het Spaans door Arie van der Wal. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2020
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten