28-09-2020

De eerste alinea (106)


"Op een windstille dag in juli stijgt de rook loodrecht op naar de hemel. Dominee Johannes Malmberget wordt naar het eiland geroeid, waar hij wordt opgewacht door visser en boer Hans Barrøy, de rechtmatige eigenaar van het eiland en hoofd van de enige familie daar. Hij staat op de aanlegplaats die zijn voorouders hebben opgebouwd met rolkeien en zijn blik is gevestigd op de naderende boot, op de gekromde ruggen van de twee roeiers met de zwarte petten en daarachter het glimlachende, gladgeschoren gezicht van de dominee. Als ze dichtbij genoeg zijn roept hij: 'Zo heftig volk op bezoek.' De dominee gaat staan in de boot en laat zijn blik over de kust glijden, over de grazige heuvel waarop tussen een groepje bomen de huizen staan, en luistert naar het gekrijs van de grote mantelmeeuwen die op ieder rotsblok zitten te gakken alsof ze ganzen zijn. Hij kijkt naar de sterns en de paraderende waadvogels die onder de felle zon hun snavels in het sneeuwwitte zand boren."


Roy Jacobsen, De onzichtbaren. Vertaald uit het Noors door Paula Stevens. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2020

Meer over deze schrijver: https://en.wikipedia.org/wiki/Roy_Jacobsen


Geen opmerkingen: