21-11-2020

'Te wachten op de trein'



Te wachten op de trein, uiterst moeizaam 

over de grijze brug, een gele bloem springt 

open, helder in een draai, en valt niet om. 


De bloei is een begin, de trein loopt prachtig 

binnen, is een engel, strijkt langs de perrons. 

Om niet te verdwalen stappen we in, jij,


bedachtzaam, tilt je koffers, probeert opnieuw

een brede lach. En staart. Breekt het landschap in, 

regen slaat het raam, rechts een huis gegeseld – 


zag je dat, een tuinschuur klapte open, er golven 

hagen op de wind. Onvermoeibaar kuiert 

de landweg, wegen binnendoor, staat


onverwacht een ladder, glimmend, hemelhoog. 

Scheert een flits van een signaal – dat er iets is,

langzaam voortduurt, en alles nog te gaan.


 frb


Uit: De trein loopt prachtig binnen. 

Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2003




Geen opmerkingen: