Het lijkt wel of er iemand om de zoveel tijd tegen hem aandrukt. Nu en dan schiet hij vooruit. De vrouwenstem klaagt dat ze pijn heeft. Is hij dat? Hij voelt dat hij begint te draaien, zijn hoofd komt vast te zitten, hij ziet niets, beweegt zich op een smalle doorgang aan, floept door iets vliesachtige heen. Een gordijn met een koord. Hij schiet vooruit, wil kijken, kan niets zien, protesteert luid en duidelijk. Beginnen ze nog te lachen ook.
Oké, hij is een jongetje, hoort hij. Geen idee wat dat inhoudt, hij zal het vast wel zien. Eindelijk iemand die zorgzaam is, hem naast het lichaam van de vrouwenstem legt, lieve woorden tegen hem zegt. En zijn naam, wel tien keer zijn naam.
Geen bootje meer waarin hij zeilt, niet langer meer draden en strengen om hem heen.”
Uit: De dagen. Belevenissen van een jongen. Uitgeverij Karaat, Amsterdam 2017
Over de schrijver: https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans_Bud%C3%A9
Geen opmerkingen:
Een reactie posten