28-12-2020

Aldus de schrijver (92)

 

“Met zijn duim in de mond zweeft en trappelt hij. Vruchtwater drinkt hij, wordt ook weer uitgeplast. Licht en donker, de hartslag van iemand heel dichtbij, een vrouwenstem. Hij voelt en proeft, hoort en ruikt. En hij komt steeds krapper te zitten, stoot zijn knieën, ellebogen, pats, ook nog eens zijn hoofd. Soms wiebelt hij voorzichtig richting de zachte wand, een andere keer draait hij onder een soepele sliert door. Rondom hem hoort hij het schommelen van water, het lijkt erop dat hij zacht meedeint. Steeds vaker vangt hij stemmen op, het meest die van dezelfde vrouw en dezelfde man. Ze lachen en converseren, vertellen elkaar verhalen. De mannenstem komt wel eens heel dichtbij, hij hoort wat woordjes, en niet veel later dobbert hij.

Het lijkt wel of er iemand om de zoveel tijd tegen hem aandrukt. Nu en dan schiet hij vooruit. De vrouwenstem klaagt dat ze pijn heeft. Is hij dat? Hij voelt dat hij begint te draaien, zijn hoofd komt vast te zitten, hij ziet niets, beweegt zich op een smalle doorgang aan, floept door iets vliesachtige heen. Een gordijn met een koord. Hij schiet vooruit, wil kijken, kan niets zien, protesteert luid en duidelijk. Beginnen ze nog te lachen ook.

Oké, hij is een jongetje, hoort hij. Geen idee wat dat inhoudt, hij zal het vast wel zien. Eindelijk iemand die zorgzaam is, hem naast het lichaam van de vrouwenstem legt, lieve woorden tegen hem zegt. En zijn naam, wel tien keer zijn naam. 

Geen bootje meer waarin hij zeilt, niet langer meer draden en strengen om hem heen.”


Uit: De dagen. Belevenissen van een jongen. Uitgeverij Karaat, Amsterdam 2017

Over de schrijver: https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans_Bud%C3%A9


Geen opmerkingen: