09-01-2021

Aldus de schrijver (95)

 

“Achtentwintig dagen geleden was de onuitsprekelijke kwelling begonnen. Twaalf dagen verbleef ik nu op deze afgelegen plek, in dit afgesloten gedeelte van het onmetelijke gebergte, wachtend tot de priesters me welgezind zouden zijn.
Waarom moest ik me altijd als ik voelde dat ik in een cruciale fase van mijn bestaan was aangeland zo ontredderd voelen? Waarom dat verschrikkelijke gevoel van verlies, van gemiste kansen, van totale mislukking? Nu ja, ik zal de priesters hun ritueel zien uitvoeren maar wat zal ik er mee opschieten? Ik zal ze zien. Ik zal beloond worden voor mijn engelengeduld, voor het feit dat ik me door niets heb laten weerhouden. Door niets: niet door de onbegaanbare weg, niet door het reizen met een denkend maar ontregeld lichaam dat ik met geweld het zwijgen op moest leggen, wilde ik voorkomen dat het in opstand kwam; niet door de natuur met zijn plotseling opstekende stormen die ons in een netwerk van bliksemschichten hullen; niet door de lange nachten waarin ik door krampen bezocht werd en waarin ik zag hoe een jeugdige indiaan zich in zijn droom met een soort vijandige razernij krabde op precies die plekken waar ik door krampen bezocht werd, – en die jongeman die me pas de vorige avond voor het eerst ontmoet had, zei: ‘Oh, moge hem alle kwaad overkomen dat hem maar overkomen kan.’ ”

Antonin Artaud, Reis naar het land van de Tarahumara. Vertaling en nawoord: Jules Dister. Uitgeverij Helwegen, Maastricht, 2020
Over Antonin Artaud: 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Antonin_Artaud   

Over Jules Disterhttps://julesdister.nl/boeken/antonin-artaud-reis-naar-het-land-van-de-tarahumara.html


Geen opmerkingen: