26-05-2021

Aldus de schrijver (110)

 

“Alle deuren stonden gewoon open. In de entree en eerste twee kamers was het donker, maar in het achterste vertrek, waar Kirillov woonde, brandde het licht en klonk rumoer, alsof er werd gelachen en geschreeuwd. Nikolai liep op het licht af maar ging niet naar binnen en bleef op de drempel staan. De tafel was gedekt voor de thee. Midden in de kamer stond de oude vrouw die familie was van de huisbaas en hier toezicht hield. Zij droeg het haar los en had een simpele rok aan en een vest dat met hazenbont was afgezet; haar voeten waren in pantoffels gestoken, zonder kousen. In haar armen hield ze een kindje van anderhalf met alleen een hemdje aan en met blote beentjes. Het had vuurrode wangetjes en witblonde haartjes die in de war zaten. Zo te zien was het net uit de wieg gehaald en had het liggen huilen. De traantjes waren nog niet gedroogd, maar nu strekte het de armpjes uit, klapte in de handjes en schaterlachte, hikkend, zoals kleine kinderen dat doen. Kirillov liet een grote rode gummibal op de grond stuiteren, waarbij de dreumes ‘ba, ba!’ riep. De bal kaatste tegen het plafond, Kirillov ving hem op, gaf hem aan het kind, dat hem van zich afwierp, en raapte hem weer op. Op het laatst rolde de ‘ba’ onder een kast. ‘Ba, ba!’ riep het kleintje. Kirillov ging op de grond liggen en probeerde de bal onder de kast vandaan te krijgen. Nu stapte Nicolai binnen; toen het kindje hem zag klampte het zich aan de oude vrouw vast en zette een keel op. Zij nam het mee de kamer uit.”

Uit: F.M. Dostojevski, Duivels. Vertaald uit het Russisch door Hans Bolland. Uitgeverij Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam 2017

Over F.M. Dostojevski: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fjodor_Dostojevski


Geen opmerkingen: