“Ik stond vroeg op en ontbeet in het hotel. Een stel dat op vakantie was zat enthousiast over Erbalunga te praten. Wat is Erbalunga? vroeg ik ze. Ze legden het me uit. Het was er mooi, het was een goede plek om te zwemmen. Zo’n tien kilometer verderop. Waar zwemt u? vroegen ze. Dat weet ik nog niet, zei ik. Ik ben hier maar pas net. U mag wel met ons meerijden, stelden ze voor. Nee, bedankt, zei ik, ik heb zelf een auto. Ik herinner me mijn auto. Ik herinnerde me alles. Of zo goed als alles. Ik vroeg me af wat ik de vorige avond had gedaan.
O ja, lopen. De pet. Het stel in het restaurant. En het restaurant van ’s avonds. Dat was alles. Dat was meteen alles wat ik had gedaan. O nee, ik had ook nog gelezen. Oké, dacht ik bij mezelf, ik ga mijn tijd niet doorbrengen met proberen me te herinneren wat ik gisteren heb gedaan. Ik ga naar buiten, Bastia weer in. Ik ga niet weg uit Bastia. En ik ga ook niet zwemmen. Ik ga niet op vakantie, ik ben hier, ik blijf hier, ik doe van alles. Als ik zin heb, sla ik mijn boek weer open. Ik heb er geen zin in. Ik ga liever naar buiten. Lopen. Ik ging naar buiten. De stad zag er anders uit. Ouder.”
Uit: Christian Oster, Drie mannen en een stoel.
Vertaald uit het Frans door Kiki Coumans. Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk 2021
Christian Oster: https://fr.wikipedia.org/wiki/Christian_Oster
Over Kiki Coumans: https://www.kikicoumans.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten