31-07-2021

Aldus de wetenschapper (4)

 

 

“De schilder Claude Monet (1840-1926) kwam tot de ontdekking dat schaduwen in werkelijkheid niet bruin of zwart zijn, maar gekleurd worden door hun omgeving, dat de lokale kleur van een voorwerp de invloed ondergaat van het licht waarin het wordt gezien, onder meer door reflecties van andere voorwerpen en door het contrast met de kleur van nabijgelegen voorwerpen. Cézanne roept uit: ‘De lucht is blauw, is het niet. En dat, mijne heren, heeft Monet ontdekt.’ Valt het zonlicht niet direct op een voorwerp, dan is er altijd nog het blauw van de lucht, de hemel. Zijn leven lang heeft Cézanne altijd wonderlijk mooie blauwe schaduwen geschilderd. Daarbij komt dat zonlicht zelf zich niet laat weergeven. Dit dwingt tot radicale oplossingen, zoals het inzicht dat je licht inderdaad alleen door kleur kunt weergeven en dat de lucht, de hemel, de atmosfeer daarbij de belangrijkste rol speelt. Het heldere licht van de open lucht vraagt om een helder palet. Vandaar dat Monet en de overige impressionisten geleidelijk overgingen tot het gebruik van zuivere onvermengde kleuren, volgens het schema van de drie primaire en hun complementaire kleuren, dat Delacroix had uitgewerkt. Aardse tinten werden verbannen. Halverwege de jaren zeventig verdwijnt zwart uit het palet van Monet. Zijn naam op het doek zet hij dan neer in een kleur en op een plaats die bijdraagt aan de levendigheid van het geheel.”

Uit: Gerard Visser, De druk van de beleving. Filosofie en kunst in een domein van overgang en ondergang. Uitgeverij Sun, Nijmegen 1998

Over Claude Monet: https://nl.wikipedia.org/wiki/Claude_Monet

Over Gerard Visser: https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_Visser
Afb.: Claude Monet, ‘La Promenade où La femme à l’ombrelle'. Olieverf op doek 1875, 100x81 cm

Geen opmerkingen: