28-08-2021

De ontdekking van het reizen (3)

 

“Bestond er enigerlei middel waarmee de reiziger in vroegere eeuwen zich tegen geweldsincidenten kon wapenen? Het alom tegenwoordige gevaar baarde een keur van voorzorgsmaatregelen. Uit sommige wat concretere beschrijvingen blijkt dat het simpelweg verbergen van kostbaarheden in de kleren van de reiziger al tot bevredigende resultaten leidde. Behalve Fynes Moryson en een anonieme Pool uit 1595 beschreef ook Bartholomäus Sastrow, die hen twee generaties voorging, hoe hij op de terugweg vanuit Rome zijn bezittingen beschermde. Hij naaide zijn geld in de kraag van zijn overhemd en een waardevol collier in zijn broek. Hij had heel weinig bij zich: een overhemd, het manuscript van de gedichten van zijn overleden broer, een knapzak over zijn schouder, een rapier aan zijn zijde en zijn rozenkrans. Na enige tijd bleek ook dat riskant te zijn en ging Sastrow er met succes toe over de doofstomme te spelen (zijn onbekendheid met de Italiaanse taal zou hem, in een tijd waarin iedere Duitser voor een protestant werd gehouden, hebben verraden).
De reiziger, of hij nu toerist of koopman was, ging gewapend op reis. Behalve een zwaard, dat algauw een symbool werd van de devaluerende sociale status van de eigenaar, voorzagen reizigers zich van vuurwapens – zowel musketten als pistolen. Ook al konden ze er nooit op rekenen dat hun wapens superieur waren aan die van een roversbende, de wapens zouden bandieten er wellicht van weerhouden aan te vallen. Angst bracht kleinere groepen er vaak toe de krachten te bundelen. Dit betekende ook dat huren van een escorte minder kostte.”

Uit: Antoni Mączak, De ontdekking van het reizen. Europa in de vroeg-moderne tijd. Vertaald uit het Engels door Aris J. van Braam. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht 1998


Over Antoni Mączak:  https://en.wikipedia.org/wiki/Fynes_Moryson

Over Fynes Moryson: https://en.wikipedia.org/wiki/Fynes_Moryson

Afb.: Vlaamse meester, begin 17de eeuw, olie op hout, 17,5x22 cm