25-08-2021

De ontdekking van het reizen (2)

 

 

“In tegenstelling tot wat ik oorspronkelijk dacht, blijkt uit de verschillende reisdagboeken dat verreweg de meeste reizigers voortdurend van verblijfplaats wisselden: elke dag logeerden ze in een andere plaats en een andere herberg tot ze in een belangrijke stad arriveerden. Maar zelfs Florence, Venetië of Maastricht kon sommige reizigers nauwelijks langer dan een dag of twee, drie vasthouden. Gewoonlijk had een reis bepaalde specifieke doelen en alleen wanneer de reiziger die had bereikt, bleef hij een paar maanden. Afhankelijk van het doel van zijn reis kon de stad waar hij verbleef een centrum van wetenschap, een kuuroord of een centrum van kunst zijn. Maar meestal had hij voor elk stadium van zijn reis een aantal van zulke halteplaatsen geselecteerd. Moryson bijvoorbeeld bezocht een halfdozijn universiteiten en onderbrak zijn reis om verscheidene talen te leren. Montaigne volgde een kuur voor zijn 'stenen': hij baadde in en dronk van het mineraalwater in Baden, Lucca en andere kuuroorden. De grote meerderheid van de jeugdige aristocraten bezocht twee of meer academies. Maar als het er alleen om ging – zoals meestal het geval was bij Engelse reizigers – een zekere mate van Europese verfijning en enige kennis van vreemde talen op te doen, dan waren er de befaamde scherm- en rijscholen, die ook bezoekers voor een langduriger verblijf aanlokten. Ze bevonden zich in steden als Saumur, Blois of Siena, waar de landstaal geacht werd in haar zuiverste vorm te worden gesproken.” 


Uit: Antoni Mączak, De ontdekking van het reizen. Europa in de vroeg-moderne tijd. Vertaald uit het Engels door Aris J. van Braam. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht 1998

 Over Antoni Mączak: https://en.wikipedia.org/wiki/Antoni_M%C4%85czak

 

Geen opmerkingen: