“Ik loop door de Rue Saint-Jacques. Ik loop op goed geluk naar de Seine. De stilte verbaast me.
Ik ben al bijna een week in Parijs en heb met veel genoegen uitgekeken naar dit moment waarop ik eindelijk even alleen kan zijn. Groepsuitjes maken het een mens onmogelijk om weg te dromen. Onbekende straten, onbekende gezichten, onbekende talen waarin je wel bekende straten, bekende gezichten, bekende talen herkent. Daarom moet je in een onbekende stad helemaal alleen zijn, of met iemand in wiens bijzijn je urenlang kunt zwijgen – het meest extreme kenmerk van kameraadschap of vriendschap.
Ik volg het geluid van een piano zoals een mot op het licht afgaat. Alleen zou een mot zich eerder tot iets anders aangetrokken voelen, een fel knipperende neonreclame die het rijke spektakel van een stripteaseshow belooft, want zelfs in Parijs branden de lichten van het variété niet overal zo fel als hier.”
Uit: Danilo Kiš, Homo poëticus. Leven, reizen, literatuur. Vertaald uit het Servo-Kroatisch door Reina Dokter en Pavle Trkulja. Uitgeverij De Arbeiderspers (serie privé-domein), Amsterdam 2022.
Over Danilo Kiš: https://nl.wikipedia.org/wiki/Danilo_Kiš
Geen opmerkingen:
Een reactie posten