12-04-2022

Over Guillaume Apollinaire (4)

 

“Apollinaire voelt zich toch wel thuis in Stavelot. In Calligrammes roemt hij ‘Les fôrets les villages heureux de la Belgique.’ Terug in Parijs bewaart hij goede herinneringen aan het (zien) dansen van de ‘maclotte’ tijdens het carnaval met halfvasten en denkt hij niet zonder hartstocht terug aan de meisjes van Stavelot: ‘Toutes les filles à la fontaine (...) j’ ai tant d’amour.’

Het is de weergalm van een korte, maar belangrijke periode die hem tot schrijven heeft aangezet. Maria Dubois is de eerste vrouw die uit zijn leven verdwijnt. Er zullen er meer volgen. Op dit punt raken de levens van Jacques Perk en Guillaume Apollinaire elkaar, de beide dichters van gelijke leeftijd die aan het eind van de vorige eeuw, precies twintig jaar na elkaar, de Ardennen intrekken en overrompeld door liefde en natuur zich vol weemoed aan hun poëzie overgeven. 

Er zullen nog verschillende ongelukkige liefdes volgen. Annie Pleyden, Engelse gouvernante, is de eerstvolgende. Apollinaire leert haar in 1901 kennen als hij voor een jaar als huisleraar op een kasteel in het Rijnland werkt. Hij reist haar naar Engeland achterna, maar de liefde blijft onbeantwoord – zo schrijft hij in ‘La chanson du mal-aimé’, in 1913 opgenomen in de bundel Alcools:


Adieu faux amour confondu

Avec la femme qui s’éloigne

Avec celle que j’ai perdue

L’année dernière en Allemagne

Et que je ne reverrai plus


(Vaarwel valse liefde verward / Met de vrouw die nu wegloopt / Met haar die ik verloor in mijn leven / Verleden jaar in Duitsland / En die ik nooit meer zal terugzien).


 frb


Uit: Het perfecte licht. Beschouwingen, verhalen, gedichten. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999

Over Guillaume Apollinaire

https://nl.wikipedia.org/wiki/Guillaume_Apollinaire



Geen opmerkingen: