in de boomgaard
dichter, ik ben er weer even, ik schrok
in je wakker, loop met je mee
door de roerloze toekomst van ons verleden
alles is dichtgegroeid, aan dit leven
valt niets meer te doen, alles volledig
overal schemer, licht zonder hemel, is dit
een foto, waar is de bodem, waar is
de steen op de zucht van de hond
je zit voor het raam, ik zie helder
wat ik niet zie, een lichaam bekneld
in zijn stilstand, zijn woorden
ooit zagen wij in een vitrine een steen
als de onmondige sprekend gelijkende
duurzame geest van een brood
dichter, niet rijmt op dood, ik streel
het ontaarde fluweel van mijn nachtgoed, ga weer
in je slapen –
Uit: Gerrit Kouwenaar, totaal witte kamer. Uitg. Querido, Amsterdam 2002
Over Gerrit Kouwenaar: https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit_Kouwenaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten