Aan de overzijde
Pas voorbij de kastanjes begint de wereld.
Vandaar komt ’s nachts de wind in de wolkenwagen,
en iemand staat op alhier…
Hem wil ik over de kastanjes heen dragen:
‘Bij mij staan rood janskruid en wilde vlier!
Pas voorbij de kastanjes begint de wereld.’
Dan tjirp ik zacht, zoals krekels dat doen,
dan houd ik hem vast, moet hij het ontberen:
mijn roep grijpt hem bij zijn polsgewricht!
In heel wat nachten hoor ik de wind terugkeren:
‘Bij mij vlamt verte, bij jou is het dicht…’
Dan tjirp ik zacht, zoals krekels dat doen.
Maar als ook vandaag de nacht niet opklaart
en de wind terugkeert in de wolkenwagen:
‘Bij mij staan rood janskruid en wilde vlier!’
En wil ik hem over de kastanjes heen dragen –
dan hou, dan hou ik hem niet hier.. .
Pas voorbij de kastanjes begint de wereld.
Uit: Paul Celan, Verzameld werk. Vertaald en toegelicht door Ton Naaijkens. Uitgeverij Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam 2020
Over Paul Celan: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Celan
Over Ton Naaijkens die Verzameld werk uit het Duits vertaalde: https://www.sg.uu.nl/sprekers/ton-naaijkens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten