15-08-2023

TEGEN HET VERGETEN – Losse gedachten over de dood (3)

 

In de Maastrichtse Turennestraat groeien nog altijd dezelfde bomen als toen Pierre Kemp er woonde, tot aan zijn dood. Op nummer 21 zag ik laatst kinderen op het stoepje voor de deur. Kemp zou er om gelachen hebben, vóór hij als vanouds in de voorkamer achter zijn bureau plaatsnam en andermaal het gedicht ‘De dood niet serieus’ zou schrijven:


(...)

Ik geloof niet meer in de meisjes,

die zingende langs mij gaan,

maar de romantiek van hun wijsjes

grijpt me nog altijd aan.


Zij zingen van levensdingen,

die ook ik eens bezat,

eer ik voor bespiegelingen

het eigenlijk leven vergat.


Nu sta ik hier zwaar te peinzen,

als had ik nog andere keus,

maar mag ik hun wijsjes ontveinzen:

Neem de Dood niet als serieus!?


Pierre Kemp stierf op 21 juli 1967, hij was tachtig, de dichters Leo Herberghs en Hans van de Waarsenburg werden precies op die dag drie en veertig en vier en twintig. 

De dag van de uitvaart was het stralend zomerweer (‘Ik wil de zon in alles evenaren’). Ik was niet aangeschoven in een van de banken, hield me onder het oksaal, niet ver van de kerkdeur. Vond dat ik er moest zijn, de dichter had ik ooit voor de schoolkrant geïnterviewd, sindsdien had ik alles van hem gelezen. Deze man, altijd  in een zwart pak, die in zijn poëzie zo kleurrijk was, intrigeerde me. Zijn fascinatie voor de muziek, zijn oog voor het vrouwelijk schoon. Het was niet altijd even gemakkelijk om een compleet beeld van hem te krijgen. Zijn kleurrijke schilderijen zouden pas dertig jaar na zijn dood in het Bonnefantenmuseum te zien zijn.

Wat ik mij sterk herinner, die dag van zijn uitvaart, is het binnenkomen van de lijkkist: een zee van veldbloemen op het blanke, houten deksel – het bracht ineens de zomer in de kerk. Kempiaanser kon het niet, in al zijn eenvoud ontroerde het. (‘Ik zou de bloemen wel handen willen geven, / maar mijn vingers zijn zo grof.’)

Toen de dienst al begonnen was, ging de zware deur naast mij langzaam open. Dichter/schrijver Adriaan Morriën schoof de kerk binnen, achter hem twee meisjes in uiterst korte zomerrokjes, Alissa en Adrienne, zijn dochters uit Amsterdam, beeldschone engelen die Pierre Kemp op de laatste meters van zijn tocht begeleidden. Het moet een onuitgesproken wens van hem zijn geweest die hier in vervulling ging. Uit ‘Afscheid van het leven’, ver voor zijn dood geschreven:


Speel, Pierre, speel zacht hoog boven de valleien

en luister in de rusten, hoe het klinkt,

eer voor een laatst geliefd paar dijen

voorgoed de nacht van ‘t ander leven zinkt.



frb


Uit: Het perfecte licht. Beschouwingen, verhalen, gedichten. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999

 


Geen opmerkingen: