01-10-2024

Aldus de schrijver

 

“Het loopt tegen de herfst en als de groep aan de voet van de berg Úlfarsfell is aangekomen, valt Gísli van zijn paard, te dronken om in het zadel te blijven. Het is warm, de zon bestrijkt de halve hemel. De reisgenoten proberen Gísli tevergeefs uit zijn alcoholcoma te wekken, geven het ten slotte op en rijden verder, terwijl overgrootvader wordt opgedragen achter te blijven en voor de man te zorgen, hem uit de coma te wekken en thuis te brengen. De groep is echter amper uit het zicht verdwenen als Gísli overeind komt, weliswaar dronken, maar nauwelijks meer dan boven zijn theewater. Hij haalt een heupflacon uit zijn binnenzak en reikt die overgrootvader aan. Die mensen, zegt hij en hij knikt met zijn hoofd naar zijn reisgenoten, hebben geen ambitie, ze durven amper te leven, maar ik vermoed dat het jou anders zal vergaan. Drink!
 Op de terugweg houden ze halt bij twee boerderijen en de reis eindigt in hotel Ísland als de roes alle gewoonlijke remmingen tussen twee volwassenen heeft weggenomen en overgrootvader over zijn jeugd vertelt.”

Uit: Jón Kalman Stefánsson, Het geknetter in de sterren. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Uitgeverij Ambo | Anthos, Amsterdam 2021
 

Jón Kalman Stefánsson: https://en.wikipedia.org/wiki/Jón_Kalman_Stefánsson

Marcel Otten: https://www.uitgeverijoevers.nl/vertalers/marcel-otten/


Geen opmerkingen: