“In de zitkamer werden de lampen ontstoken en door het open raam hoorde ze haar moeder praten met mevrouw Kalbeck, die op de thee was gekomen en die de gewoonte had te blijven plakken omdat ze thuis niemand had. De lichtgloed op het pad maakte de tuin plotseling eenzamer. Daphne liet zich uit de hangmat glijden, deed haar schoenen aan en vergat haar boeken. Ze liep naar het huis, maar er was iets aan het tijdstip wat haar weerhield, een glimp van geheimzinnigheid die haar tot dusver was ontgaan: ze werd erdoor aangetrokken, over het gazon, voorbij de rotstuin, waar de vijver, die het silhouet van de bomen weerspiegelde, zo diep was geworden als de witte lucht. Het was het langgerekte, stille moment waarop de hagen en border vaag en schemerig werden, maar alles wat ze aandachtig bekeek – een roos, een begonia, een glanzend laurierblad – leek zichzelf met een onzichtbare, kleurige trilling terug te geven aan de dag.”
Uit: Alan Hollinghurst, Kind van een vreemde. Vertaald uit het Engels door Ton Heuvelmans en Edzard Krol. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2011
Alan Hollinghurst: https://nl.wikipedia.org/wiki/Alan_Hollinghurst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten