Kaarsen
De dagen die komen staan vóór ons
als een rij brandende kaarsjes –
gulden, warme en levendige kaarsjes.
De dagen die gingen blijven achter,
een trieste reeks van gedoofde kaarsen;
die het dichtstbij staan walmen nog,
koude kaarsen, gesmolten en gekromd.
Ik wil ze niet zien, hun aanzicht bedroeft me
en het bedroeft me te denken aan hun licht van weleer.
Ik kijk vooruit naar mijn brandende kaarsen.
Ik wil niet omdraaien, niet huiverend zien
hoe snel de donkere reeks langer wordt,
hoe snel de gedoofde kaarsen vermeerderen.
Konstanínos Kaváfis
Vertaald
uit het Grieks door Hans Warren en Mario Molengraaf. Opgenomen in De
tweede ronde, tijdschrift voor literatuur, jrg. 4, herfst 1983
Konstantínos Kaváfis: https://nl.wikipedia.org/wiki/Konstantínos_Kaváfis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten