02-08-2019

Aldus de schrijver (22)



"Er kwam geen letter uit mijn vingers, dus ik besloot naar zee te gaan. In Noordwijk, net ten noorden van de vuurtoren, liep ik door de duinen naar het strand. Langs het pad stak een hoekig stuk beton uit het zand. De uitkijkpost van een bunker.
In de zomer van 1945, toen Jan Wolkers naar het strand van Noordwijk of Katwijk ging om alle sporen van misère en oorlogsellende van zijn bleke lichaam door de zon te laten wegbranden, lagen alle bunkers hier nog bloot. Het moet een grimmig gezicht zijn geweest. De bunkers maakten deel uit van de Atlantikwall, de verdedigingslinie die de Duitsers langs de Europese kust hadden laten optrekken.
Jan Vermeulen was tijdens de oorlog nog gedwongen tewerkgesteld aan de Atlantikwall. Eén dag hield hij het vol. Daarna dook Vermeulen onder. Na de bevrijding zagen de vrienden elkaar pas weer. Dagen achtereen vierden ze hun vrijheid aan het strand. 'Ik werd zo bruin,' schreef Wolkers in De kus, dat ze me de Apollo van de Côte d'Azur noemden, en de meisjes me als hondjes achterna liepen.'
Wist Apollo dat als hij zijn Daphne te pakken zou krijgen, zoals in de mythe, zij op het moment suprême zou veranderen in een laurierboompje? Ik denk het niet. In elk geval had deze negentienjarige, zelfverklaarde zonnegod nog nooit een voet over de grens gezet. De Côte d'Azur kende hij alleen van naam."

Onno Blom in Memoires van een biograaf. In de voetsporen van Jan Wolkers. 
Uitgeverij De Arbeiderspers (in de serie Privé-Domein), Amsterdam 2018




Geen opmerkingen: