Verleden lichaam
Onder een hoek van het grastapijt in iedere richting
mieren, enerverend op hun aarden nesten aan.
Zo ook de natte duinroos die bijna op is, het spinnetje
dat radeloos verloren, opgetild door een snavel,
in een uithoek schokt als het zichzelf ziet boven
de vijver van een tuin. En alles plaatsmaakt –
onnaspeurlijk stil, bloedrood oploopt, eerst tak,
dan boom wordt, wegvliegt, opgaat in de nacht.
frb
Eerder verschenen in De trein loopt prachtig binnen,
Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten