08-03-2020
Aldus de schrijver (48)
Schrijver Willem Brakman in een interview, afgenomen door
J. Heymans (2):
"Je weet dat Tolstoi beweerde als klein kind niets van de natuur te hebben geweten, haar eenvoudigweg niet te hebben opgemerkt. Hij kon er zich niets van herinneren, geen bloem, geen blad. Dat herken ik in mijzelf, maar ik herinner me ook dat dit somnambule veranderde, het moment van de stap achteruit en het wel zien en opmerken. Dat was een intens verdrietige tijd, een ziekmakende distantie tot thuis, moeder, tantes, de buurvrouw, de hele onvoorstelbare geborgenheid, ook het opeens rondlummelen van mijzelf, want die was tenslotte niet minder natuur. Ik ontwikkelde een merkwaardig ritueel in die tijd, kroop onder een tafeltje dat ik luchtdicht had afgesloten met kleden en staarde daar in de schemer uren lang voor mij uit en niets minder dan dat. Daar broeide alles wat me zou blijven vergezellen, een onstilbaar heimwee, een onblusbare melancholie, en een bijna metafysische vreemdheid ten opzichte van de werkelijkheid. Onverbiddellijk trouw aan iets wat ik wel degelijk had bezeten kwam ik aan de 'anderen' niet toe en werd een dwaler aan de periferie, met een lichaam zwaar van onwil en nieuwigheid, en een lopende geest. Zo te zien een rustige staarder maar wel een die bijzonder veel zag en met grote tegenzin. Dat laatste komt in al mijn boeken voor, in allerlei gestalten en vertalingen loopt het mee. Om het kennende element erin, dat veelziende gluren vooral, zou ik dat lichamelijk geest willen noemen."
Willem Brakman in J. Heymans, Geest en stof. Uitgeverij Flanor, Nijmegen 2020
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten