28-10-2020

Aldus de schrijver (87)

"Wat ga je doen God, als ik sterf...*) Ik ga niet meer boven de bunker in. De Tschörners zijn dood, en Ali**) is de dag erna naar binnen gegaan. Onze Ali. In onze straat is nu niemand meer. De dagen zijn zo zonnig. Ik heb een luie stoel in de tuin gezet en ik lees. Ik heb me vast voorgenomen om door te lezen als de bommen komen. Het Stundenbuch is al helemaal verfomfaaid en besmeurd. Het is mijn enige troost. En Beaudelaire! Bientôt nous tomberons dans les froides ténèbres, adieu vive clarté***) ik hoef niet meer in het boek te kijken. Gisteren is het grootste eskader gekomen dat er ooit was. Het eerste is doorgevlogen, het tweede heeft bommen laten vallen. Het gedreun was zo gigantisch dat mijn adem stil bleef staan, en toen ben ik toch de kelder in gegaan, wat natuurlijk belachelijk is in ons huisje, omdat het niet eens een kleine bom zou kunnen weerstaan, laat staan een bom van 100 kg. In de binnenstad moet het er afgrijselijk uitzien, en ook hier lijkt het op de ondergang van de wereld. Maar ik ben niet bang meer, alleen als de bommen vallen een lichamelijk gevoel, iets in mij verkrampt.. Maar in mijn hoofd heb ik mijn testament gemaakt. Misschien is het zondig om gewoon te blijven zitten en in de zon te kijken. Maar ik kan de bunker niet meer in, urenlang, terwijl het water langs de rotswanden naar beneden druipt en de lucht zo slecht wordt dat je bijna flauwvalt."

------

*) De beginregel van een gedicht uit het Stundenbuch, een dichtbundel van Rilke.  **) De hond van de buren.  ***) Een citaat uit het gedicht 'Chant d'automne' uit Les Fleurs du Mal.


Uit: Ingeborg Bachmann, Oorlogsdagboek met brieven van Jack Hamesh. Uit het Duits vertaald door Machteld Bokhove. Uitgeverij Karaat, Amsterdam 2020

Over Ingeborg Bachmannhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Ingeborg_Bachmann 


Geen opmerkingen: