Ode aan de fiets
Zo roerloos als kan in beweging; met
mist op de wei nog het liefst - wel
licht is het dan maar niets is er
dat iets hoeft te zijn al, geen koe
en geen hek en geen stad in de verte;
wat er is, is alleen maar een fiets
met aan weerszij draaiende benen.
Ook trap je, hoe ver ook van huis
en hoe donker de nacht, met gemak
zelf je vriendelijk licht bij elkaar.
En is soms je koplamp kapot,
zingt altijd nog je dynamo,
wat ook zo prettig geruststelt.
Maar vooral, als je aankomt, je bent
het dan helemaal zelf die aankomt -
leeg, opgewekt, hondsmoe.
Zo moet het straks ook vooral
jij zijn en geen ander die stilvalt.
Uit: Anton Korteweg, Ouderen zijn het gelukkigst. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2015
Over Anton Korteweg: https://nl.wikipedia.org/wiki/Anton_Korteweg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten