Grijsaard
Een koel masker van water
heeft hij opgezet en hij schaterlacht als dorre blaren
in november
heuvels zijn heksachtige schaduw
legenden zijn meest barse reservebronnen
zijn onontgonnen
gevoelens doen hem huiveren
zelfs als hij zich voor zijn kinderen vermomt
hoort hij hun beenetende bekken
het vlees wegrukken dat rest van zijn lachwekkende valleien
alleen als beneveling opkomt uit de diepte des avonds
en zijn struisvogelzonen weeklagend hun kop in het zand verstoppen
trekt hij oudere registers open
bast hij boosaardig en slapeloos
van gedwongen onthouding
naar de blote kikvorskwakende maan
die hem onder reusachtig gegrinnik van aardgeesten en eliksers
tenslotte haar aars toedraait waarop hij als de bliksem
zijn dorre winderig geworden voetstappen in de struiken wegbergt.
Uit: Jacques Hamelink (1939-2021), Oudere gronden
Uitgeverij Polak & Van Gennep, Amsterdam 1969
Meer over hem: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques_Hamelink
Geen opmerkingen:
Een reactie posten