Stèle voor een vos
Nu hij gestorven is, begraven,
ten derden dage al minder wordt
gemist, zijn zuster uit één worp,
uit één warm nest, nadat zij eerst
de plekken waar zij hem verwacht
afspeurde op zijn nagelaten
geur, niet op elke deur gespitst
haar dag weer rustiger verslaapt,
wie ben ik dan, hem bijgezet
in het geheugen, hoe dan anders
– niet eens de baas van beelden uit
verspeelde ogenblikken of
gedeeld plezier – dat wíe zich mij
herinnert meer als open plek
maar dichtgegooid met kluiten aarde,
aangestampt en groen overgroeid
met klimop, maagdenpalm, geen steen
ooit afgewenteld, nooit één steen.
Uit: C.O Jellema, Verzameld werk. Gedichten. Uitgeverij Querido, Amsterdam 2005
Over C.O. Jellema (1936-2003): https://nl.wikipedia.org/wiki/C.O._Jellema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten