07-09-2024

De warmte van een verre herinnering. – Over het werk van MARIANNE AARTSEN -- 1

 

 Ergens aan de Via Appia Antica, de Koningin der Wegen, zocht ik even buiten Rome ooit een picknickplek om in de luwte van de ruïnes onder de geur van pijnbomen de middag te vieren. Drusus’ boog was niet ver – en met zicht op Claudius’ waterleiding maakte ik een stop tussen resten van muren, deksels van sarcofagen, ingestorte nissen. Hier was het, nog voor de lambrusco ontkurkt werd en wij de druiven en de mozzarella verdeelden, dat mijn oog op een ander echtpaar viel. Het koppel liet ons niet meer los, zoals het ons aankeek: zij een hoofdband in het haar, hij al even jong, een beetje loensend allebei, onwennig glimlachend. Naar ons? Naar elkaar?
Naar elkaar, want zó had de beeldhouwer hen tweeduizend jaar geleden afgebeeld op deze sarcofaag: eeuwig in elkaars nabijheid, elkaar niet loslatend, ook niet als mijn handen de plooien van haar kleed volgen, de ronding van haar borsten. Die blik van haar – was het bij het familiegraf van de Scipiones? – heeft mij nooit meer losgelaten. Zoals ook de eigenzinnige dame tussen twee zondagse heren op Edouard Manets ‘Déjeuner sur l’herbe’ (1863) voorgoed mijn kant opkijkt. De oneindig diepe blik waarmee deze twee vrouwen, de Romeinse en de Française, in mij voortleven, hun ogen niet neerslaan, door mij heen kijken – er komt nooit een einde aan deze ondoorgrondelijke duur.
Het was de Franse filosoof Henri Bergson die aan het begin van de twintigste eeuw deze duur ‘de continue voortgang van het verleden’ noemde. ‘Wat we gevoeld, gedacht, gewild zouden hebben, blijft voortduren en aanwezig, buigt zich over naar het heden, totdat het er uiteindelijk mee samenvalt.’
Zo kort ons eigen verleden is, zo oneindig doet zich het totale verleden aan ons voor in vage strevingen of aanvoelingen; vaak, zo lijkt het, buiten ons om. Is dat het ‘tradere’ waar traditie van is afgeleid, het van geslacht tot geslacht doorgeven van de samenhang tussen alle dingen, het (hopelijk) kritisch bewustzijn van één doorlopend verband in de tijd?

Het is deze continuïteit die beeldend kunstenaar Marianne Aartsen bij voortduring probeert op te zoeken en met grote precisie en diep respect weet bloot te leggen bij het afbeelden van menselijke figuren. Bedachtzaam gebruikt en construeert zij van alle werkelijkheden de enige die de ware, de hare, is: het ultieme schilderij dat zich naast de werkelijkheid plaatst of zich daar juist onmiddellijk van afkeert. Spontaan en ogenschijnlijk onbezonnen, lichamelijk en nooit onnatuurlijk brengt zij haar emoties over. Uiterst fijnzinnig wordt zij als ze ertoe overgaat – tussen alle heftigheid van factuur en palet door – om  de blik van de afgebeelde vrouwen vast te leggen, hun ingetogen charme, schuwheid, begrip, kwetsbaarheid.

Afb. boven: 'Counting', olieverf op paneel

Uit: Frans Budé, Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999

Marianne Aartsenhttps://www.marianneaartsen.com


Geen opmerkingen: