“Toen de trein vaart minderde langs het perron op Knightsbridge, sloeg het meisje haar boek dicht en stond op. Een dikke man met een tulband en een volle baard nam meteen haar plaats in. Een restje warmte van haar dijen en billen moest hij wel voelen. Nog even en dan zou zij op het trottoir boven het station lopen, opgeslokt door de drukke menigte. Die gedachte was bijna veelbelovend. David keek rond naar zijn onbeweeglijke medepassagiers. Die hadden ieder voor zich hun blik op oneindig in de smalle buis die door het duister van de tunnel gleed, bang om elkaar tijdens de kortdurende gemeenschap van het openbaar vervoer aan te raken.
Hij had zich altijd goed gevoeld bij het oppervlakkige ritme van de inwoners van echt grote steden. In de wagon waar hij in zat, waren waarschijnlijk alle wereldgodsdiensten vertegenwoordigd en dat kon ook omdat de passagiers beleefd waren en elkaar verder koud lieten. Geen van hen wist iets over een ander en hun respectievelijke kleding of raciale trekjes zeiden even weinig over hen als de inventaris van de wagon en de reclames boven de raampjes die uitkeken op de kabels en het roet van de tunnelwand.”
Uit: Jens Christian Grøndahl, Dat weet je niet. Vertaald uit het Deens door Annelies van Hees. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2010
Jens Christian Grøndahl: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jens_Christian_Grøndahl
Annelies van Hees: http://nl.schwob-books.eu/translator/49/annelies-van-hees
Geen opmerkingen:
Een reactie posten