09-12-2025

Lêdo Ido, 'De krab'

 De krab


Net zoals een krab
kruipt door de slikken
zo baan ik mijn weg
door de dag der mensen.

Ik ga door het slijk
van nacht en dromen,
en ik tors mijn zwarte
moerland met mij mee.

Ik ben waar de larve
en de luchtbel zijn,
de gifbol en het gas.

In het bedorven water
waarin God zich schuilhoudt
verberg ik mij ook.

 

Uit: Lêdo Ivo, Vleermuizen en blauwe krabben. Vertaald uit het Portugees door August Willemsen. Uitgeverij Wagner & Van Santen, Sliedrecht 2000

Lêdo Ivohttps://en.wikipedia.org/wiki/Lêdo_Ivo

August Willemsenhttps://nl.wikipedia.org/wiki/August_Willemsen

 

06-12-2025

De eerste alinea

 

 

“Niet ik, heren van de rechtbank, maar een dode spreekt door mijn mond. Niet ik sta hier, het is niet mijn arm die omhooggaat, niet mijn haar dat wit geworden is, niet mijn daad, niet mijn daad.”

Uit: Peter Flamm, Ik? Vertaald uit het Duits door W. Hansen. De Bezige Bij, Amsterdam 2024

Peter Flamm: https://www.debezigebij.nl/auteur/peter-flamm/

W. Hansen: https://www.debezigebij.nl/auteur/peter-flamm/

04-12-2025

Uit 'Parkscènes'

 

 

De dag doorbrengen zonder terug te keren
naar die van gisteren. Zijn weg zoeken naar
wat voor hem ligt. Dromen van onbetreden
paden, staande op een bank vol verlangen
de verte afstaren tot ver achter de horizon.

*

Ineengezakt wacht hij op een bank het einde
van de middag af. Alsof zijn hersenen plots
tegen de schedelrand schuren, zijn ogen
in een ogenblik van schrik naar binnen
slaan, en zien hoe het daar ontregeld is.

 frb

Uit: Parkscènes. Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk, december 2025
 

Ter gelegenheid van Budé's tachtigste verjaardag verscheen bij Vleugels Parkscènes waarin de dichter  zich verplaatst in het dagelijkse leven van een dakloze. In 240 poëtische observaties van telkens vijf regels weet hij vanuit een groot inlevingsvermogen het voortdurend veranderende leven van een ontheemde vast te leggen.

https://www.uitgeverijvleugels.nl/andere-uitgaven/525-frans-bude-parkscenes

https://neerlandistiek.nl/2025/12/frans-bude-parkscenes/ 

30-11-2025

Aldus de schrijver

 

 

“In tegenstelling tot een echte gevangenis bood het huis aan twee kanten uitzicht, op het oosten en op het westen. Langs de westkant liep het balkon, daar keek je uit op het parkje beneden en op de negen verdiepingen hoge huurkazernes verderop. Aan die kant bevonden zich ook de ruime, vierkante woonkamer en de lange, smalle keuken. Aan de oostkant lagen de slaapkamers, daar keek je uit op de smalle weg die door ons gebouw, alsof het als kurk fungeerde, werd afgesloten. ’s Ochtends viel de zon hier genadeloos naar binnen, zodat je de rolluiken volledig moest laten zakken wilde je je kamer donker houden.
Tijdens mijn gevangenschap bracht ik heel wat uren met dit tweede uitzicht door: ik stond voor mijn slaapkamerraam te roken of zat er aan een dagboek te werken, een eerste poging om verslag uit te brengen over die pijnlijke, statische dagen. Dagen die desondanks, heel langzaam, steeds lichter werden.
Van seizoen tot seizoen had ik in deze maanden de balkons van de buren steeds groener zien worden. Ook de twee grote paardenkastanjes in de straat konden elk moment gaan bloeien. Nog even en het was lente: de bomen stuurden hun takken opgewonden de lucht in.”

Uit: Davide Coppo, De verkeerde afslag. Uit het Italiaans vertaald door Hilda Schraa. Atlas Contact, Amsterdam 2025

Davide Coppohttps://www.atlascontact.nl/auteur/davide-coppo/

Hilda Schraahttps://www.hildaschraa.nl/

28-11-2025

NIEUW

 

  

240 notities over een zoekende

Vanaf december 2025 in de boekhandel


25-11-2025

Tomas Tranströmer, 'Verder landinwaarts'

 

 Verder landinwaarts

Op de grote invalsweg naar de stad
wanneer de zon laag staat. 
Het verkeer neem toe, kruipt.
Het is een trage glinsterende draak.
Ik ben een van zijn schubben.
Plotseling staat de rode zon
recht voor de voorruit en
stroomt naar binnen.
Ik ben doorzichtig
en een schrift wordt zichtbaar
binnen in mij
woorden in onzichtbare inkt
opdoemend
wanneer het papier boven het vuur wordt gehouden!
Ik weet dat ik ver weg moet
dwars de stad door en daarna
verder, tot het tijd is om naar buiten
te gaan en lang in het bos rond te zwerven.
In het voetspoor van de das te lopen.
Het wordt donker, slecht zicht.
Daar, op het mos, liggen stenen.
Een van de stenen is kostbaar.
Hij kan alles veranderen
hij kan het donker doen oplichten.
Hij is een schakelaar voor het hele land.
Alles hangt van hem af.
Kijk naar hem, raak hem aan…


Uit: Tomas Tranströmer, Het wilde plein. Gedichten 1948-1990. Uit het Zweeds vertaald door J. Bernlef. De Bezige Bij, Amsterdam 1992

Tomas Tranströmerhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Tomas_Tranströmer

J. Bernlefhttps://nl.wikipedia.org/wiki/J._Bernlef

22-11-2025

De eerste alinea

 

 

“U weet al genoeg. Ik ook. Het ontbreekt ons niet aan kennis. Het ontbreekt ons aan de moed onder ogen te zien wat we weten en daaruit conclusies te trekken.”

Uit: Sven Lindqvist, Uitroeien die beesten. Vertaald uit het Zweeds door Kim Liebrand. Uitgeverij De Geus, Amsterdam 2022

Sven Lindqvisthttps://nl.wikipedia.org/wiki/Sven_Lindqvist

Kim Liebrandhttps://literairvertalen.org/vertalersbestand/kim_liebrand

18-11-2025

Zbigniew Herbert, 'Stopplaats'

 

Stopplaats

We hielden halt in het stadje de herbergier
liet een tafel in de tuin zetten de eerste ster
flitste aan en doofde we braken brood
je hoorde de krekels in de ganzenvoet van de avond
gehuil maar het gehuil van een kind daarnaast gekrioel
van insekten van mensen de vette geur van aarde
zij die met de rug naar de muur zaten
zagen een – nu lila – galgenheuvel
tegen de muur een dichte klimop van executies

we aten veel
zoals altijd als niemand betaalt 

 

Gedicht van Zbigniew Herbert. Opgenomen in Heb medelijden tijd. Poolse poëzie van de twintigste eeuw. Samengesteld en vertaald door Karol Lesman. Uitgeverij Plantage, Leiden 2003

Zbigniew Herberthttps://nl.wikipedia.org/wiki/Zbigniew_Herbert

Karol Lesmanhttps://boekenkrant.com/vertaler/lesman-karol/

15-11-2025

Aldus de schrijver

 

 

“Dat hij eenzaam was, was pas een hele poos later tot hem doorgedrongen, in de tweede zomer na Nilas’ dood. Hij had buiten iets gehoord en gedacht dat zijn moeder terugkwam, of Lars, hij had wie het ook was tegemoet willen gaan. Maar buiten was er niemand, en hij stond huiverend in zijn blootje op het erf met ogen die prikten van het licht.
Alles was die ochtend veranderd en toch had het er niet anders dan anders uitgezien, of dan het er de veertig volgende jaren uit zou zien. De ochtend blikkerde in de ruiten en de vliegen zoemden groen glanzend onder het afdakje bij de voordeur. Håkan hoefde maar even aan die dag terug te denken en hij wist weer hoe hij door zijn knieën zakte, precies halverwege het kippenhok en de koestal, hoe het kille, bedauwde grind bijkans door zijn huid drong. Mollig aardappelloof had zich door de aarde omhooggewurmd. Hoe hij huilen moest toen hij dat zag. Wie zou hem helpen met het aardappellandje?
Hij kon zich de aanblik vanaf de Olsberg voorstellen. Van bovenaf moest hij eruitzien als een licht stipje midden in de rest, omringd door verlaten boerderijen, overwoekerende bospaden en naakte stroken kaalslag waar zich ooit bomen hadden uitgestrekt. En tussen dat alles door stroomde de natte, donkere tong van de Vindelälven.”

Uit: Maria Broberg, Stilstaand water. Uit het Zweeds vertaald door Lia van Strien. Wereldbibliotheek, Amsterdam 2022

Maria Broberghttps://wereldbibliotheek.nl/auteur/maria-broberg

Lia van Strienhttps://literairvertalen.org/vertalersbestand/lia_van_strien

11-11-2025

Philip Larkin, ‘Laten we zingen’

 

Laten we zingen

Ze naaien je op, je pa en moe,
al willen ze daar niet zo heen.
Ze stoppen je hun fouten toe,
doen er wat bij, voor jou alleen.

Maar zelf zijn ze ook opgenaaid
door dwazen met antieke hoeden.
Streng hebben die hun kroost gepaaid
of waren onderling aan het woeden.

De mens geeft zijn ellende door,
een modderbank die langzaam stijgt.
Ga er zo gauw je kunt vandoor,
zorg dat je zelf geen kinderen krijgt.

 

Philip Larkin

Vertaald uit het Engels door J. Eijkelboom en opgenomen in: Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries, De canon van de Europese poëzie. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2008

Philip Larkinhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Philip_Larkin

J. Eijkelboom: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Eijkelboom

08-11-2025

Aldus de schrijver

 


“Tijdens die pelgrimstocht met mijn moeder naar het onbereikbare universum van de hogere klasse begon het me voor het eerst te dagen dat we arm waren. Dan heb ik het niet over hongerlijden tussen de ratten, zoals de armoede die mijn grootouders aan moederskant in Ierland hadden meegemaakt, maar het bescheiden bestaan van mensen die niet verder kijken dan de dag van vandaag. Tot dat moment had ik nooit nagedacht over mensen die rijker waren dan wij, en omdat ik geen contact met hen had, zag ik ze alleen in de verte als ik met mijn ouders naar het centrum van de stad ging, wat maar heel zelden voorkwam. De koetsen met glanzende paarden, de dames met opzichtige victoriaanse jurken met ruches, franjes en rozetten, de heren met hoge hoeden en wandelstokken en de kinderen in matrozenpakjes waren een ander soort wezens. Onze wijk werd bevolkt door arbeiders, we waren allemaal min of meer gelijk. De meeste huizen herbergden een of twee gezinnen met kinderen op blote voeten, eeuwig zwangere vrouwen en drankzuchtige mannen die alles aanpakten om brood op de plank te krijgen. Vergeleken met onze buren was mijn kleine familie goed af. Zoals mijn eerbiedwaardige stiefvader altijd zei: we hadden werk, liefde en waardigheid, meer was niet nodig. We hadden ook een fatsoenlijk huis, al was het klein, en geen schulden.”

Uit: Isabel Allende, Mijn naam is Emilia del Valle. Vertaald uit het Spaans door Rikkie Degenaar. Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam 2025
 
 

04-11-2025

Paul Valéry, 'Het kerkhof bij de zee'

 

 

Dit stille dak, waarover duiven gaan,
Trilt tussen dennen, waar de graven staan;
Uit vuren vormt het rechte middaglicht
De zee, de zee, in eeuwig herbeginnen!
Hoe loont het als de blik na een bezinnen
Zich duurzaam op de godenkalmte richt!

Hoe fijnbewerkt het weerlicht dat ontbrandt
In nauw waarneembaar schuim van diamant,
En welk een rust lijkt in de geest te rijpen!
Als zich een zon over de diepte vlijt,
Het zuiver werken van de eeuwigheid,
Fonkelt de Tijd en Dromen is begrijpen.


Uit: Paul Valéry, Het kerkhof bij de zee. Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Maarten Asscher. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 1987

Paul Valéryhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Valéry

Maarten Asscherhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Maarten_Asscher

01-11-2025

De eerste alinea


 “Het moeilijkste ter wereld is dat je maar één keer leeft.”


Uit: Ocean Vuong, De keizer van Gladness. Vertaald uit het Engels door Johannes Jonkers. Uitgeverij Hollands Diep, Amsterdam 2025

 Ocean Vuonghttps://en.wikipedia.org/wiki/Ocean_Vuong

28-10-2025

Gedicht 'Beethoven bij zijn geboorte'

 

 

BEETHOVEN OP 16 DECEMBER 1770
bij zijn geboorte, Bonngasse 20, Bonn

U weet dat ik kraaiend kwam,
het gordijn voor het raam bolde.
U huurde een weegschaal, ik glom,
u beiden hield mij tegen het licht.
Artsen schoven aan, kleine klopjes,
eentje met een hamertje. Waarom niet
met de helm geboren, een spreuk
op de lippen, met een glimlach over alles
heen geplast? Het wiegje van steen
wist ik te verduren, uw koude handen
die mij wasten, emmers sneeuw.
Aan het huilen om het sterven van de tijd
vouwde ik mijn dromen uit, voelde 
mijn bestaan, zwaarder dan de dood.

 frb

Uit: Transit. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2012

Afb.: Beethoven geschilderd door Joseph Karl Stieler, detail, olieverf 1819

Over Beethovenhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Ludwig_van_Beethoven

25-10-2025

Aldus de schrijver

 

“Als Baumgartner opendoet kijkt hij recht in het gezicht van de meteropnemer, een lange, potige vent van eind twintig of begin dertig, in het voorgeschreven blauwe overhemd van het energiebedrijf. Op zijn linkerborstzak prijkt het pse&g-logo, met net daaronder, felgeel gestikt, de naam van de drager: Ed. Voor zover Baumgartner dat kan beoordelen, is de blik die Ed in zijn ogen heeft zowel hoopvol als bezorgd. Een vreemde combinatie, denkt hij, en als Ed ter begroeting bedeesd glimlacht, maakt dat de verwarring nog groter – als of de meteropnemer half en half verwacht dat de deur weer voor zijn neus dicht zal worden gesmeten. Om ’s mans zorgen enigszins weg te nemen vraagt Baumgartner hem binnen te komen.
    Dank, meneer Boomgaarder, zegt de man, terwijl hij over de drempel stapt. Heel vriendelijk van u. 
    Eerder geamuseerd dan gekrenkt door het verhaspelen van zijn naam, zegt Baumgartner: Zullen we elkaar maar gewoon bij de voornaam noemen? Die van jou ken ik al – Ed. Dus laat dat meneer maar weg en zeg gewoon Sy.
    Saai? zegt Ed. Wat is dat nou voor een naam?”

Uit: Paul Auster, Baumgartner. Vertaald uit het Engels door Ronald Vlek. De Bezige Bij, Amsterdam 2023

Paul Austerhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Auster

Hans Vlek: https://www.nl.fnac.be/Ronald-Vlek/ia9122926/biografie#fulldescription
 

21-10-2025

Charles Simic, 'Laat'

 

 Laat


Niemand wast de bebloede kleren.
Ze hangen aan de lijn
Met hun kogelgaten
Nog steeds intact.

In de vallende schemer
Roept de stem van een moeder
Haar kinderen voor het avondeten
Over de daken van de wereld.

Ik denk dat één van de kraaien
In hun plaats moet gaan.
Ik denk dat de zwartste van de schutting
Schoenen moet aandoen
En de zwarte trap beklimmen.

 

Uit: Charles Simic, Een plek verlicht door een glas melk. Uit het Engels vertaald door Peter Nijmeijer. Uitgeversmaatschappij Tabula, Amsterdam 1983

Charles Simichttps://nl.wikipedia.org/wiki/Charles_Simic 

Peter Nijmeijerhttps://www.poetryinternational.com/en/poets-poems/article/104-28177_Peter-Nijmeijer-1947-2016

18-10-2025

De eerste alinea

 

 

“Het gras, het grind, het hek, het asfalt. Het gras,
het grind, het hek, het asfalt.
   Het heeft nog niet gesneeuwd.
   Ik heb mijn nachtpon aan.
   Ik moet gewoon uit het raam staren, ik moet
hier gewoon blijven staan tot ze komt.
   Het gras, het grind, het hek, het asfalt.
   Ik moet blijven staren, niet knipperen. Ik heb
het koud.”


Uit: Ingvild H. Rishøi, Het verhaal over Mevrouw Berg. Uit het Noors vertaald door Liesbeth Huijer. Uitgeverij Koppernik, Amsterdam 2025

Ingvild H. Rishøihttps://en.wikipedia.org/wiki/Ingvild_H._Rishø

Liesbeth Huijerhttps://literairvertalen.org/vertalersbestand/liesbeth-huijer

14-10-2025

August Kleinzahler, 'Late nazomer'

 

Late nazomer

De regen blijft nog een week uit,
en lang nadat de druiven binnen zijn
ligt de kat gevloerd door de middaghitte
languit onder de jadeplant.

De nachten horen al bij de winter.
Dat weet je dankzij de stemvork in haar etui
van bot die de verste lichaamshavens inseint.

Dagen als deze zo laat in het jaar
hitsen het verlangen op, woelen
de bodem van dromen om en halen ons
uitgeput en verbluft uit onze slaap.

August Kleinzahler

 

Vertaald uit het Engels door Maarten Elzinga en opgenomen in Hotel Parnassus. Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International 2006. De Arbeiderspers, Amsterdam / Antwerpen 2006

August Kleinzahlerhttps://en.wikipedia.org/wiki/August_Kleinzahler

Maarten Elzingahttps://www.vertalersvakschool.nl/docent/docent-3/

11-10-2025

Gedicht bij 'Achilles' van kunstenaar Markus Lüpertz

 

Torso

Een tors zo levendig in het licht van nooit 
een dood. Hij deelt mee met kracht van bundels, 
bestaat en bootst een godheid na. Zolang de goden 
vrij hun roes uitslapen in bedden van was 
gloeit zijn huid, trekken plooien zich strak.

Alsof er vogels roepen, van veraf een baltsen
weerspiegelt in het stilstaan van zijn oog.
Daarin twijfel, zich verschuilend als opgelegde kalmte.

 frb
 

Markus Lüpertz, 'Achilles', 2014. Brons, beschilderd, 333 x 75,5 x 138 cm

Opgenomen in de bundel Zoveel nabijheid. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2018

Markus Lüpertzhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Markus_Lüpertz



09-10-2025

Aldus de Nobelprijswinnaar voor Literatuur 2025, László Krasznahorkai

 

 

“De vrouw pakte de soldatenkist met ijzeren beslag van achter de keukenkast en stofte hem af. Ze maakte hem ook vanbinnen schoon en begon zwijgend hun spullen in te pakken. ‘Het regent,’ zei Futaki. ‘Ik hoor het,’ antwoordde de vrouw. Het zwakke schijnsel van de zon drong nauwelijks door de warreling van de opeengedrongen wolkenstapels die in oostelijke richting dreven, de keuken was in een schemerachtig halfduister gehuld, het was onduidelijk of de vibrerende vlekken op de muur slechts schaduwen waren of de sporen van de wanhoop achter hun hoopvolle gedachten. ‘Ik ga naar het zuiden,’ zei Futaki, terwijl hij in de regen staarde. ‘Daar is de winter tenminste korter. Ik ga een boerderij pachten, vlak bij een bloeiende stad, en ga de hele dag met mijn voeten in een teil warm water zitten...’ De regendruppels liepen zachtjes omlaag aan beide kanten van het raam: aan de binnenkant vanaf de vingerbrede spleet bovenaan tot aan de aansluiting van de vensterbank en het kozijn, waar het water langzamerhand alle kieren opvulde en zich een weg baande naar de rand om daar weer in druppels uiteengevallen te landen op Futaki’s schoot, die – afgedwaald naar oorden vanwaar het moeilijk was terug te keren – niets merkte en zachtjesaan een natte broek kreeg.”

Uit: László Krasznahorkai, Satanstango. Vertaald uit het Hongaars door Mari Alföldy. Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam 2012 

De Nobelprijs Literatuur 2025 gaat naar László Krasznahorkai, aldus het Nobelcomité op donderdag 9 oktober in de Zweedse hoofdstad Stockholm. 

László Krasznahorkaihttps://nl.wikipedia.org/wiki/László_Krasznahorkai

Mari Alföldy:  https://onzetaal.nl/uploads/editor/1723_Mari_Alföldy_Hongaars.pdf